In haar lezing over het gevaar van één enkel verhaal’, haalt de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Adichie de herinnering op aan Fide.
Toen ze jong was had die als huishoudelijke hulp gewerkt in haar gezin van oorsprong.
Haar mama had haar toen verteld dat Fide’s familie heel arm was.
Wanneer Adichie haar eten niet netjes opat, zei haar moeder wel eens: ‘Alles opeten! Weet je soms niet dat er mensen zijn die niets hebben, zoals Fide’s familie!?’
Adichie voelde een enorm medelijden met Fide’s familie.
Toen ze die dan een keer bezochten, zag zij een prachtige mand die Fide’s broer gemaakt had…
Ze schrok. Het was nooit bij haar opgekomen dat iemand in die arme familie iets zou kunnen creëren.
Het armoede-verhaal had haar verhinderd om hen anders te zien dan arm.
Jaren later.
Ze gaat studeren in de VS.
Haar Amerikaanse kamergenote is geshockeerd wanneer ze ontdekt dat deze Afrikaanse vrouw:
- Engels spreekt,
- fan is van Mariah Carey, en
- in staat is om een fornuis te bedienen.
Hoezo?
Haar leven lang was zij – als Amerikaanse – blootgesteld geweest was aan versies van steeds-hetzelfde-verhaal over Afrika: plaatjes, vertelsels, feitjes over mooie landschappen en dieren, maar ook armoede, wreedheid en onontwikkeldheid. Het Afrika-als-catastrofe-verhaal.
Steeds opnieuw.
Effecten?
De Amerikaanse studente was niet in staat geweest om zich voor te stellen dat Afrikaanse mensen wel eens een beetje zoals zij konden zijn.
Gevoelens? Medelijden.
Nog later.
Adichie reist door Mexico.
Ze komt er – tot haar schaamte – achter wat haar jaren in de VS gedaan hebben met haar kijk op ’de Mexicanen.’
Mexicanen in de media van de VS: ‘Immigranten, die het land ’binnenglippen en profiteren van de gezondheidsvoorzieningen.’
Altijd opnieuw versies van 1 verhaal: ‘de verachtelijke Mexicaanse immigrant.’
Voorbeeld na voorbeeld geeft Adichie van de impact – op alle partijen – wanneer steeds hetzelfde verhaal circuleert over mensen. Over plaatsen.
Hoe dit mensen mensen hun kijk infiltreert.
Zo creëer je dus een enkel verhaal: je stelt mensen voor als 1 ding, als slechts 1 ding, steeds opnieuw, en dat worden ze dan ook.
Blootgesteld aan 1 enkel verhaal over mensen, worden we beperkt in wat we nog kunnen voelen voor iemand.
Het heeft een impact op de waardigheid die iemand aankleeft.
Op onze ervaring van mede-menselijkheid.
Op ons vermogen om ons te verbinden met elkaar.
Het gevolg van slechts één verhaal is dit: Het berooft mensen van waardigheid. Het maakt de erkenning van onze gelijke menselijkheid moeilijk. Het benadrukt hoe we anders zijn eerder dan wat we gemeen hebben.
Macht…
En dan nog iets. De link tussen verhalen en macht:
Hoe ze worden verteld,
wie ze vertelt,
wanneer ze verteld worden,
hoeveel verhalen verteld worden…
dit alles is echt afhankelijk van macht.
Macht is niet enkel de mogelijkheid om het verhaal van een andere persoon te vertellen, maar om dit tot hét verhaal over die persoon te maken.
‘Het’ verhaal. Hoe de dingen in elkaar zitten. De waarheid.
De verhaal-kwetsbaarheid van hulpverleners
Adichie haalt aan
hoe beïnvloedbaar en kwetsbaar we zijn wanneer we blootgesteld worden aan een verhaal, vooral als kind.
Ik vraag me dat af.
Niet dat we beïnvloedbaar en kwetsbaar zijn wanneer we blootgesteld worden aan een verhaal.
Maar ‘vooral als kind’?
Ben ik, psycholoog van 58 jaar, minder beïnvloedbaar en kwetsbaar wanneer ik blootgesteld word aan een verhaal?
Zijn wij, psychosociale hulpverleners, bv niet beïnvloedbaar en kwetsbaar wanneer we blootgesteld worden aan verhalen over de mensen die een cliënt- of patiënt-positie innemen?
‘Paul is een psychotische man…’
Hoeveel % van Paul lijkt door dat zinnetje ‘psychotisch’?
Een mens.
Als een glas water.
Een druppel psychose.
Het hele glas kleurt psychotisch.
‘Paul is een psychotische man…’
Hoe beïnvloedbaar en kwetsbaar zijn wij voor zo’n verhaal?
Ik zeg: Behoorlijk.
Wij hulpverleners zijn blootgesteld geweest aan verhalen over psychose.
Niet de stripverhalen waar iemand opduikt met een hoed van Napoleon op. Daar glimlachen we om.
Verhalen met woorden erin zoals ‘hersenen’, ’neurotransmitters’, ‘chronisch’, ‘functiebeperkingen’, ‘cognitieve’, ‘psycho-educatie’, ‘onderzoek’ …
Die pretenderen het verhaal te zijn dat geen verhaal meer is.
Die pretenderen de waarheid te vertolken. Wat er aan de hand is. Wat er scheelt.
Ze willen het enige verhaal zijn.
Het gevolg van slechts één verhaal is dit: Het berooft mensen van waardigheid. Het maakt de erkenning van onze gelijke menselijkheid moeilijk. Het benadrukt hoe we anders zijn eerder dan wat we gemeen hebben.
Zo schat ik het in: tegenover dit soort verhalen zijn we kwetsbaar.
Ze infiltreren ons zonder dat we er erg in hebben.
‘Paul is een psychotische man…’
In mijn ervaring kan zo’n verhaal een grote impact hebben
- op onze ervaring van Paul,
- op hoe verschillend we Paul ervaren van onszelf,
- op de gesprekken die we (niet) gaan aangaan met Paul,
- op waar we (niet) nieuwsgierig naar kunnen zijn,
- op wat we (niet) kunnen voelen voor Paul,
- op wat we ons (niet) kunnen verbeelden over mogelijkheden van Paul.
En dit heeft een impact op het leven van Paul.
Het gevolg van slechts één verhaal is dit: Het berooft mensen van waardigheid. Het maakt de erkenning van onze gelijke menselijkheid moeilijk. Het benadrukt hoe we anders zijn eerder dan wat we gemeen hebben.
Wij zijn kwetsbaar én tegelijkertijd staan we in een positie van (relatieve) macht tov Paul.
Hoe ze worden verteld,
wie ze vertelt,
wanneer ze verteld worden,
hoeveel verhalen verteld worden…
dit alles is echt afhankelijk van macht.
Macht is niet enkel de mogelijkheid om het verhaal van een andere persoon te vertellen, maar om dit tot hét verhaal over die persoon te maken.
Zo vergroot onze kwetsbaarheid voor 1-enkel-verhaal zijn kwetsbaarheid.
Als wij een expert-positie innemen, dan hebben we niet enkel de mogelijkheid om het verhaal van een andere persoon te vertellen, maar om dit tot hét verhaal over die persoon te maken.
En:
Het gevolg van slechts één verhaal is dit: Het berooft mensen van waardigheid. Het maakt de erkenning van onze gelijke menselijkheid moeilijk. Het benadrukt hoe we anders zijn eerder dan wat we gemeen hebben.
Stoornissen, diagnoses, behandeling
Als psychosociale hulpverleners ijveren we er voor dat het belang van onze bijdrage gezien wordt.
Eén manier om dat te doen, is: paralellen trekken tussen ons werk en dat van artsen.
Daarom noemen we sommige van onze verhalen ook ‘diagnoses.’
Wat we doen en proberen, noemen we ‘behandeling.’
Of ‘therapie.’
Artsen danken hun bestaansrecht en erkenning aan het bestaan van ziektes en symptomen en syndromen en lijfelijke beschadigingen.
Wij doen aan psychosociale ziektes, stoornissen, symptomen, syndromen, beschadigingen, functiebeperkingen.
Omdat oordelen van dokters een hoger aanzien genieten dan die van leken, speelt machtsongelijkheid.
Hun verhaal heeft een gezag dat het verhaal van de leek niet heeft.
Dat gezag wordt oa waargemaakt door het gebruik van een taal die afwijkt van de spreektaal.
Verslagen vertonen niet zelden een grote dichtheid aan jargontaal.
Brieven worden geschreven over de betrokken persoon, en worden verstuurd naar de collega-arts.
Ook psychosociale hulpverleners doen dit.
Het is een van de manieren om onze professionele identiteit waar te maken.
Maar deze schrijftraditie doet in verhalen-die-het-enige-verhaal-pretenderen-te-zijn.
En net dat soort verhalen en geschriften komt terecht in een verzameling met hoog gezag, genaamd: ‘dossier’.
Dossier: voor en door mensen die kwetsbaar zijn voor dit soort verhalen (hoezeer we ook de kracht van de ‘confirmation bias’ kennen).
En die tegelijkertijd een machtspositie innemen tov de mensen over wie die geschriften gaan.
En die confirmation bias: de invloed daarvan onderschatten we best niet.
Hoe vaak hoor ik niet: ‘Is dit niet typisch voor mensen met X?’
(‘Dit’ is dan iets dat de cliënt ervaren heeft of gedaan heeft en X is dan een van die woorden waar wij hulpverleners zo kwetsbaar voor zijn: 1-enkel-verhaal-met-pretentie-van-waarheid-en-professionaliteit-woorden)
Die confirmation bias is een katalysator voor de productie van versies-van-hetzelfde-verhaal: ‘Ja, dat is inderdaad…’
Zo werken we mee aan de creatie en bevestiging van stereotypes:
Eén verhaal creëert stereotypen, en het probleem met stereotypen is niet dat ze onwaar zijn, maar dat ze onvolledig zijn. Ze maken dat één verhaal het enige verhaal worden.
De verhalen die circuleren in de professionele cultuur.
Verhalen met een pretentie van wetenschappelijkheid en autoriteit.
Dààr zijn we kwetsbaar voor.
Niet voor verhalen als:
Paul heeft 25 jaar gewerkt in een garage.
Of
Paul is dol op zijn zoon Juul en zijn dochter Mare.
Als iemand zo voorgesteld wordt, dan blijft het makkelijk voor ons om nieuwsgierig te zijn naar een waaier van dingen.
Makkelijk ook om de meest diverse gesprekken aan te gaan.
Makkelijk om Paul te blijven ervaren als een mens zoals we dat zelf zijn.
Makkelijk om te blijven beseffen dat er zo veel is dat we niet weten van Paul.
Ella is chronisch depressief…
Oeps. Onze kwetsbaarheid wordt geraakt.
Een glas Ella. Vol chronische depressie.
Verhalen uit de professionele cultuur met ingrediënten als ‘stemmingsstoornis’, ‘neurotransmitters’, ‘chronisch’, ‘therapieresistent’, …
Hoe ze worden verteld,
wie ze vertelt,
wanneer ze verteld worden,
hoeveel verhalen verteld worden…
dit alles is echt afhankelijk van macht.
Macht is niet enkel de mogelijkheid om het verhaal van een andere persoon te vertellen, maar om dit tot het verhaal over die persoon te maken.
Bescherming
Kunnen wij ons beschermen tegen het gevaar van het enkele verhaal?
Tegen het risico dat we bijdragen tot waardigheidsafbraak?
Tegen onze kwetsbaarheid voor verhalen met als thema ‘diagnose’ en tegen jargon-met-pretenties?
Dit is wat Adichie zegt:
Ik heb altijd het gevoel gehad dat het onmogelijk is om een goed contact te krijgen met een plaats of een persoon zonder je in te laten met alle verhalen van die plaats en die persoon.
Verhalen zijn belangrijk.
Dat er veel verhalen zijn, is belangrijk.
Verhalen zijn gebruikt om mensen te beroven en te belasteren, maar verhalen kunnen ook worden gebruikt om te empoweren en te humaniseren.
Verhalen kunnen de waardigheid van een volk breken, maar verhalen kunnen die gebroken waardigheid ook herstellen.Al deze verhalen maken me tot wie ik ben. Als je enkel deze negatieve verhalen benadrukt, vlak je mijn ervaring af en zie je de vele andere verhalen over het hoofd die me gevormd hebben.
Dus hoe kunnen we met mensen (in de cliënt-positie én in de collega-positie) spreken zodat een diversiteit aan verhalen kan ontstaan en circuleren?
Hoe kunnen we het onderscheid tussen probleem en persoon respecteren?
En hoe kunnen we met elkaar spreken zodat we stokken in de wielen steken van de invloed van pretentieuze woorden en taal voor alle betrokkenen?
Wat gaan we vragen aan Paul? En aan de partner van Paul?
Hoe kunnen we Paul aan elkaar voorstellen?
Wat gaan we schrijven? Hoe? Aan wie?
Hoe kunnen we schrijven zodat de lezers niet verstrikt geraken in slechts-één-verhaal?
Ik vind dit belangrijke vragen.
Ik denk dat deze vragen op zich een rol kunnen en moeten spelen.
En ik ben nieuwsgierig naar jouw ideeën.
Praktisch
Ik heb ook enkele praktische dingen voor je.
- Een oefening: Als je wil, kan je hier de koevoet-oefening downloaden: De Koevoet. Deze oefening bevrijdt hulpverleners die merken dat ze vastzitten in een negatief verhaal over een cliënt: ze merken dat ze steeds dezelfde (negatieve) dingen zeggen over de persoon.
- Het praatje: Wil je het ganse praatje van Chimamanda Adichie beluisteren: klik dan op The Danger of a Single Story | Chimamanda Ngozi Adichie | TED Talks.
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
Interessant artikel, een verhaal of zelfs één enkele zin over iemand kan je volledige kijk op een persoon beïnvloeden en zelfs volledig vormgeven. Daarom ben ik niet voor het gebruik van psychische diagnoses, ik vind ze te stigmatiserend. Ik schreef hier kort geleden trouwens ook een blogpost over 🙂 Ik denk dat we als hulpverleners altijd moeten proberen ons hiervan bewust te zijn en proberen te verbreden en naar het volledige verhaal van de persoon te luisteren, en het zou goed zijn als dat in de ‘gewone wereld’ ook wat meer zou gebeuren.
Ofschoon dit hele vertoog geen schokkende zaken voor het voetlicht brengt vind ik het dermate lezenswaardig, niet in de laatste plaats, omdat ik mij erin herken, maar ook om dit met collega ‘ s te delen.
Dank je wel.