[Als je liever luistert naar dit artikel, klik dan HIER]
Vorige week heb ik ‘Het proces dat niemand wou’ bekeken, een 3-delige documentaire over de ervaringen van een aantal vrouwen tijdens hun samenwerking met een Tv-maker.
Hij – populair en briljant – had hen – jong, bewonderend en dankbaar – ‘ge-target’ met een niet te stoppen stroom van amoureuze, geile, verongelijkte, gulle, gekwetste, zielige, drammerige berichtjes.
Interessant vind ik de context van het machtsverschil.
Gemanipuleerd spelletje
Er zijn experimenten gedaan rond machtsverschillen. In een ervan wordt het monopolyspel gemanipuleerd.
In de ‘Rigged Monopoly Game’ experimenten krijgt 1 deelnemer een aantal voordelen tegenover de ander: dubbel zoveel startgeld en 2 dobbelstenen (terwijl de ander de helft krijgt en slechts 1 dobbelsteen).
Wat gebeurt er?
- De bevoordeligde wint (in de overgrote meerderheid van de spelletjes).
- De bevoordeligde spelers schrijven hun winnen toe aan hun vaardigheden, ze zitten meer rechtop dan de andere en ze verplaatsen hun pionnen luidruchtiger dan hun benadeelde tegenspelers.
- De benadeelde spelers gaan zich steeds kleiner en stiller opstellen en schrijven hun verlies toe aan het feit dat ze niet goed gespeeld hebben.
De correcte verklaring voor winnen/verliezen ligt natuurlijk in de ongelijke condities, maar deelnemers beleven dit niet zo.
De invloed van de ongelijke condities manifesteert zich in de hoogst intieme ervaring van hun (meer- of minder-)waardigheid.
Wind in de rug
Je fietst.
Het gaat je gemakkelijk af.
‘Mijn conditie is goed’.
(Je hebt niet door dat je de wind in de rug heb.)
Ook als je de sociale wind in de rug hebt, voel je je lekker, je denkt en spreekt en interageert lekker. Heb je sociale tegenwind, dan draait dit alles vierkant.
Machtsblindheid
Nu ze erop terugkijken en er niet meer middenin zitten, kunnen de vrouwen in de docu woorden geven aan de gebeurtenissen, aan wat er toen mogelijk en onmogelijk leek, aan wat er in hen gebeurde.
Ze beschrijven een cocktail van gevleidheid, angst, hoop, afkeer, verwarring, boosheid, schaamte, schuld, medelijden, machteloosheid, én een sfeer van gedwongen geheimhouding.
(Wat een cocktail!)
Dit is geen sociaalpsychologisch experiment maar ook hier zie je dat de ‘deelnemers’ hun ervaring van waardigheid aangetast geraakt was.
Hoe moeilijk is het voor ons, mensen, om, vanuit een positie van ongelijkheid en minder-invloed, helder te zien wat er gebeurt, en om intieme ervaringen in onze binnenwereld zoals onzekerheid, schaamte en minderwaardigheid te linken met de context die er verantwoordelijk voor is.
Hoe moeilijk is het voor ons, mensen, om, vanuit een positie van ongelijkheid en meer-invloed, helder te zien wat er gebeurt, en om intieme ervaringen in onze binnenwereld zoals zelfzekerheid, je goed-genoeg-voelen en waardigheid te linken met de context die er verantwoordelijk voor is.
Dit soort helder zien is ook een flinke uitdaging voor ons, psychosociale hulpverleners. Ook wij zijn kwetsbaar voor machtsblindheid (een vorm van contextblindheid), en voor de neiging om dingen te verklaren op basis van interne toestanden.
Gesprek
Het vraagt dan ook wat om iemand te helpen om de invloed van de context in het vizier te krijgen en zich beetje bij beetje te ontworstelen aan de blik naar binnen.
Ik probeer eens iets uit, vanuit de inspiratie van Johnella Bird (die erg gericht is op het helpen in verhaal brengen van de invloed van context):
Cliënt: Ik voel me de laatste tijd niet goed. Veel twijfels, ‘ben ik wel geschikt voor mijn job?’, ‘Is dit wel wat ik wil doen?’
Therapeut: De laatste tijd? Heb je een idee sinds wanneer ongeveer? Kan je het linken met bepaalde gebeurtenissen of toestanden?
Cliënt: […] En nu is X heel erg verliefd op mij.
Therapeut: Hoe merk je dat of hoe uit X die verliefde gevoelens?
Cliënt: [… ] Soms wel 100 berichtjes op een avond en nacht! Ik durf mijn gsm niet uitzetten. Ik weet het, waarom ben ik niet assertief, maar ik heb ergens medelijden met hem, hij heeft het zó hard zitten … maar ik voel niet hetzelfde en bovendien is hij getrouwd en hij heeft kinderen en ik voel me schuldig.
Therapeut: Je zei dat je je gsm niet durft afzetten. Wat is de dreiging die je voelt of waar je rekening mee houdt?
Cliënt: Hij bedreigt me niet, hoor, hij is wel lief en op het werk zelf doet hij alsof er niks aan de hand is, maar tussendoor en ’s avonds gaat het de hele tijd door.
Therapeut: Ik geloof je, maar je had het over een niet durven afzetten van de gsm, en dat doet me denken dat je rekening houdt met iets naars dat zou kunnen gebeuren mocht je dat wel doen. Wat is het scenario dat dreigt?
Cliënt: Tja, hij is wel de baas, hé, dus, …. Dit is wel heel gecompliceerd. Moest het gewoon Jan met de pet zijn, dan zou ik kunnen zeggen ‘zeg, manneke, nu ga je ophouden met dat gestalk van jou, het hangt me grondig mijn keel uit’, maar …
Therapeut: … als je dat nu zou doen dan zou hij kunnen zeggen ‘ah, juffie beantwoordt mijn gevoelens niet, ontslag en tot nooit meer en denk maar niet dat je nog veel kansen gaat krijgen in de Tv-wereld’?
Cliënt: … (knikt)
Therapeut: Oké, ik ga weer een stukje samenvatten. Luister ernaar en let op wat er in je gebeurt, zoals een reactie, een gedachte, een gevoel. Oké? Aan de ene kant heb je een 50-jarige man, bekend en bewonderd Tv-maker. Aan de andere kant heb je een 22-jarige vrouw: zij droomt van een carrière in de Tv-, film- en theaterwereld. Deze man is haar idool, ze is dankbaar dat ze met hem en bij hem mag werken.
Wat merk je als ik dit zeg?
Cliënt: Het klopt … Ik voel ook een beetje kwaadheid.
Therapeut: De kwade gevoelens die je merkt, waar gaan die over?
Cliënt: Hij kan er niet aan doen, natuurlijk, maar …
Therapeut: Maar?
Cliënt: Het is toch niet helemaal oké, hij doet me wel iets aan, vanuit zijn positie, bedoel ik.
Therapeut: Hoeveel vrijheid heeft een bewonderende, dankbare vrouw, die zich aan het begin van haar carrière bevindt, om een bewonderde, invloedrijke, ‘playende’ Tv-maker krachtig af te wijzen? Zonder bang te moeten zijn dat ze haar kansen daarmee op het spel zet? Hoeveel ruimte heeft zij? Wat denk of voel je als je dit hoort?
Therapeut: Ik heb nog een vraag voor jou. Je zei dat je er nog met niemand over gesproken hebt, over wat X doet, jouw ervaring ervan, wat je probeert te doen. Wat maakt zo’n spreken allemaal moeilijk?
Cliënt: Ik weet het niet. Misschien dat ik beschaamd ben. Heb ik dit uitgelokt? Ben ik een golddigger? En zijn vrouw en kinderen … Dit gebeurt achter hun rug, hé …
Therapeut: De beschaamde gevoelens die je opmerkt, je linkt die met de mogelijke blik van mensen die je bekijken als iemand dit uitlokt en uitbuit?
Cliënt: Ja.
Therapeut: Zijn er nog dingen die de ruimte om te spreken inperken?
Cliënt: Ja, hij heeft me ook gewoon gevraagd om er niet met anderen over te spreken, ook niet met mijn vriend, dat het iets tussen ons is, dat de mensen het niet gaan begrijpen. Dat soort dingen.
Therapeut: En wat zou dat dan van jou maken, in zijn ogen, als je er tóch over zou spreken, met je vriend, met een vriendin, met je mama, met een collega?
Cliënt: Een verraadster …
Therapeut: Wat denk of voel je nu, nu je dit uitspreekt?
Cliënt: Ik weet niet … ik moet denken aan het woord ‘wurggreep’, en dat het niet eerlijk is. Waarom moet ík me schuldig en beschaamd voelen!?
Therapeut: Er zijn dus verschillende dingen die het spreken over je ervaringen verhinderen. Ik som ze even op. Luister ernaar en let op je reacties. Er is het negatieve oordeel dat in de lucht hangt over de jonge vrouw die de oudere man verleidt om er zelf beter van te worden. Er is de druk die X op je uitoefent om te zwijgen, en het gevoel dat hij je bezorgt dat je een verraadster zou zijn, mocht je spreken over je ervaringen met hem. Er is de spanning die veroorzaakt wordt door het verschil in positie tussen jou, jonge, bewonderende, dankbare vrouw en X, populaire, briljante Tv-maker die jou kansen geeft waar je nooit van hebt kunnen dromen.
Wat denk of voel je nu?
Cliënt: Dat het echt verstikkend is … Ik heb ook letterlijk een paar keer een paniekaanval gehad.
[…]
Johan Van de Putte
.
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?