December 2008
2008.
Een workshop in Adelaide.
David Epston vertelt een verhaal over een gesprek met een gezin.
Hij ging dat gezin 2 keer spreken.
In de context van een familietherapie conferentie.
Die conferentie, om daar te geraken moest hij een lange vliegtuigreis maken.
Hij had gehoopt te kunnen slapen op het vliegtuig.
Turbulentie.
Niet slapen, dus.
David Epston landt.
Moe.
Te moe?
‘Is het verantwoord dat ik dit gezin vandaag spreek?’
vraagt hij zich af.
Dit gezin worstelde met echte kwesties …
David belt de verantwoordelijken van het congres op.
Hij legt zijn dilemma voor.
Dit stelt hij voor:
‘Ik spreek dit gezin vandaag een eerste keer – zoals afgesproken – maar ik ga enkel met hen spreken over wat bijzonder en sprankelend aan hen is. Morgen kunnen we het over de problemen hebben’.
Dit wordt voorgelegd aan het gezin.
Ze zijn akkoord.
Eerste gesprek.
David Epston vraagt hen om elkaar voor te stellen in de sprankelende aspecten van hun identiteit, hun relaties, hun leven.
Wat waarderen ze aan elkaar?
Wat kunnen ze goed?
Concrete verhalen.
Vriendelijk? Kan je me 1 verhaal vertellen over Lara dat daar een mooi voorbeeld van is?
Wanneer ben je voor het eerst beginnen merken dat Lou een talent heeft om lief te zijn?
Wat maakt papa trots?
Luc, waar ben jij in je hart verschrikkelijk trots over als het je zoon betreft maar je zou het hem nooit zeggen, maar wel een cafévriend.
Wie buiten het gezin kent deze sprankelende eigenschappen, waarden en vaardigheden ook? Hoe kijken zij daarnaar?
Van wie hebben de kinderen sprankelende eigenschappen, of passies, of vaardigheden, of waarden?
Van papa?
Van mama?
Van grootouders? Of overgrootouders?
Hoe zijn de ouders veranderd door hun kinderen? Wat hebben ze geleerd dankzij hen en van hen?
Zo een gans gesprek.
Een sprankel-intake.
Een dag later.
Het gezin contacteert David.
Ze zijn bereid om te komen.
Zo was het afgesproken.
Maar … eigenlijk … vinden ze het niet meer nodig.
Het gesprek van de dag ervoor heeft hen goed geholpen.
(Het laatste boek waar David Epston aan geschreven heeft, heet Narrative Therapy in Wonderland)
Een David Epstonneke
Een sterk verhaal vond ik dit.
Misschien wat té sterk.
Geloofde ik het wel?
Het leek zo’n visserverhaal.
Een vis van wel een meter lang!
Maar het liet me niet los.
Ik besloot: ik doe een experiment.
Ik begin zo een intake.
Maar dan 10 minuten.
Geen volledig gesprek.
Een ‘10-minuten-sprankel-intake’.
Een David Epstonneke.
Wat zal dat geven?
Ik werkte toen op een universitaire psychiatrische afdeling voor mensen die kampen met stemmings- of angstproblemen. Vooral depressieve toestanden.
Een beetje een onwaarschijnlijke context voor een sprankel-intake.
Kan dat wel?
Als depressies iets kunnen, dan is het wel dit: hun slachtoffers afsnijden van ervaringen die niet passen bij een depressieve stemming en bij depressieve conclusies.
Ik wou het toch proberen.
Zo zou ik het doen.
Eerste gesprek.
Ik stel mezelf voor.
Ik ben Johan. Ik werk hier als psycholoog.
Normaal gezien spreken we elkaar 1 keer per week.
Het is mijn hoop dat die gesprekken helpend kunnen zijn.
Ik leg mijn bedoeling uit van het eerste gesprek.
Ik zou jou graag vandaag al enkele vragen stellen over de moeilijkheden en toestanden die jouw leven overschaduwen.
Maar mag ik je eerst enkele vragen stellen over jou, over wie jij bent als mens, los van de problemen waar je nu mee worstelt?
Bij voorbeeld enkele vragen over wat je – normaal gezien – graag doet?
Of goed kan?
Of belangrijk vindt?
Of wie belangrijk voor jou is?
Daarna kunnen we het hebben over de moeilijke toestanden waar je mee te maken hebt.
Bij een ‘ja’ zou ik 10 minuten op sprankelend terrein proberen blijven.
Dat was het experiment.
Dus à la dat van David Epston.
Maar dan 10 minuten.
Resultaten
Er gebeurden goeie dingen.
Echt.
Heel goeie dingen.
Ik heb het experiment herhaald.
En herhaald.
Dit merkte ik steeds opnieuw op:
- Mensen gingen in op de uitnodiging.
- Ze slaagden er ook in om te vertellen over sprankelende aspecten van hun leven hoewel hun leven op dat ogenblik overschaduwd werd door nare kwesties.
- Vaak verscheen tijdens dit stuk gesprek een glimlach op hun gelaat. Of gingen hun ogen glinsteren.
- Deze ervaring kregen mensen van zichzelf: ‘There is more to me than depression’. ‘Ik ben meer dan de problemen’.
- Ik zelf ervaarde mijn gesprekspartners onmiddellijk meer als mens dan als cliënt/patiënt. Meer als mens dan als drager van diagnoses.
- Ik onthield veel van wat mensen me toevertrouwd hadden in die eerste minuten en ik kwam er in latere gesprekken op terug: bv op vaardigheden, op kwaliteiten, op iets dat belangrijk voor de persoon was, … En of dit misschien een rol kon spelen in hun herstel?
- Ik had niet het gevoel dat ik mensen minder kansen gaf om het over de pijnlijke aspecten van hun leven te hebben. Integendeel: het leek alsof mensen na dat introductiemoment beter in staat waren om het over de lastige toestanden te hebben. Misschien wel omdat ze eventjes weer voeling gekregen hadden met waardevolle aspecten van hun identiteit. Misschien net omdat ze er minder mee samenvielen.
Sprankel-intake
10 minuten op sprankelend terrein proberen blijven: Hoe doe je dat?
Eigenlijk wist ik dat niet zo goed.
Ik heb geroeid met de riemen die ik had: met inspiratie uit de oplossingsgerichte en de narratieve traditie.
Eén ding stond vast: ik moest en zou 10’ op sprankelende terrein blijven.
Op terrein van:
- wat iemand graag doet of fijn vindt,
- vaardigheden,
- wat belangrijk is voor iemand,
- wie belangrijk is voor iemand,
- wat mensen waarderen aan de persoon.
Doorgaan op iets.
Of hoppen van het ene thema naar het andere.
10 minuten.
Niet minder.
Meer mocht.
En het je gesprekspartner zo makkelijk mogelijk maken.
Dit proberen doen: het is in één klap een leerschool.
Eén waar je nooit echt van afstudeert.
Maar toch.
Als je zelf wil gaan experimenteren: ik heb enkele tips op een rijtje gezet.
Enkel voor het stukje ‘wat iemand graag doet of fijn vindt.’
Op welke manieren je hier nieuwsgierigheid bij kan brengen.
Nieuwsgierigheid die de ander uitnodigt om op verhaal te komen.
Doe jij soms David Epstonnekes?
Of sprankel-intakes?
Wat zijn jouw ervaringen ermee?
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
Inspirerend, ga dat ook eens proberen 😉
Sluit tevens ook aan bij PHO (positieve heroriëntering)
beste Johan,
als er nieuwe mensen in de groep voor behandeling van stemmingsklachten starten, laat ik hen zich voorstellen aan de groep. Ik start altijd met de wens van mij en de groep om de persoon te leren kennen los van zijn moeilijkheden.
Ik stel dan het soort vragen zoals jij hierboven beschreef, en heb de ervaring dat dit lucht geeft aan de andere verhalen van pijn.
Jij noemt dit Epstonnekes,
ik noem dat Johanvande puttekes omdat jij hier al zoveel inspiratie voor gaf!
Echt een fijne en waardevolle manier van werken, spreken!
Erg inspirerend Johan…
En inderdaad, Johan vanderputtekes, jij hebt de Epstonnekes verder en verder ontwikkeld en haal mensen uit hun “verstandelijke isolement” door że te laten gaan lachen… Zoals Cliniclowns kleine mensjes even, in gedachten, uit het ziekenhuis halen…
Humor & lach zijn een mooi medicijn Johan 🙂
Groets, Jurgen (die je eens leerde kennen in IKEA, al weet ik niet meer of dat in België of bij Eindhoven was 😉
Ikea Gent, lang lang geleden 🙂