Als je helpende gesprekken probeert te voeren: kan het prijzen van je gesprekspartner slecht aankomen? Of kan het slecht aanvoelen om het te doen, zelfs al is je waardering oprecht?
Michael White wees erop dat de macht niet gelijk verdeeld is in de relatie tussen hulpverlener en degene die haar raadpleegt. In die context

  • kan de waardering een smaak krijgen van: ‘volgens mijn maatstaf heb jij het goed gedaan’ en ‘ik vind het legitiem om zo’n oordeel te vellen’, en
  • kan de compliment-gevende hulpverlener als betuttelend ervaren worden.

Michael White

Vraag: Kunnen we waardering die we voelen uitdrukken op een manier die uit de buurt blijft van betutteling en ‘ik zal jou eens lekker aanmoedigen om de dingen te doen volgens mijn maatstaven’?

Optie: Je waardering situeren in jouw ervaringen.

Wat is dat? Waardering situeren in jouw ervaringen?

Wat is het omgekeerde hiervan? Voorbeeld: ‘Heel goed van jou!’

  • = ik speel een beetje god (‘En God zag dat het goed was’),
  • = ik maak helemaal niets duidelijk over de ervaringen die mij gebracht hebben tot dit waarderen.

Wat is nu ‘mijn waardering situeren in mijn ervaringen’? Een voorbeeld:

‘Jij hebt nu X maanden geen enkele joint gerookt. Ik heb daar respect voor. Ik zal je zeggen waarom. Ik heb in de loop van de voorbije 25 jaar met veel mensen gesproken die worstelden met middelen als alcohol en drugsachtige dingen. Ik heb door die gesprekken geleerd dat het helemaal niet makkelijk is om te stoppen met zo’n middelen, zelfs niet enkele dagen of weken. Mijn eigen … (familielid) had een alcoholprobleem. Voor zover ik weet heeft hij nooit de stap gezet die jij gezet hebt. Daarom voel ik respect voor wat jij gedaan hebt.’

Wat gebeurt er hier?

  • Er wordt waardering uitgedrukt én
  • die waardering wordt in de context geplaatst van een aantal levenservaringen van de hulpverlener.

Voordelen?

De persoon in de cliëntpositie kan begrijpen waar de waardering zo plots vandaan komt. Hij kan er in komen (of niet). Hij kan ze aannemen (of niet). Maar we zijn wat weg van de ‘en God zag dat het goed was’-context.

Een ander voorbeeld van gesitueerde waardering:

Jonge vrouw vertelt in detail hoe ze het aangepakt heeft om een open gesprek aan te gaan met haar mama. Ik zeg haar dat ik me niet kan voorstellen dat ik het op haar leeftijd aangedurfd had om zo’n gesprek met mijn ouders aan te gaan. En dat ik daarom een wow-gevoel had. En dat ik ook allerlei fantasieën kreeg over wat ze nog allemaal zou aandurven.

Hier wordt de waardering ook gesitueerd in levenservaringen van de hulpverlener: nl. in herinneringen en fantasieën. Net als in het volgende voorbeeld:

Ik word heel enthousiast van dat jij zei dat je … Weet je, ik heb ooit een workshop gevolgd van iemand over therapie rond angsten. Ik zal die workshop nooit vergeten. Die man – Omer Van den Bergh – had spinnetjes mee en hij liet ons oefenen rond onze eigen angsten. Ik fantaseer nu dat als Omer hier nu bij dit gesprek was, hij zou zeggen: …. Ik heb van hem geleerd… Daarom dat ik hier zo enthousiast van word.

Is het nu duidelijk wat ik bedoel met ‘je waardering situeren in jouw ervaringen’? Dat we zo waardering uitdrukken zonder god te spelen? En dat onze gesprekspartners zo wat meer vrijheid ervaren om zich te verhouden tot die waardering.

Je kan nu je gesprekspartner ook vragen hoe die kijkt naar datgene dat jij waardeert. Wat zij ervan vindt. Hoe hij dit waardeert. En waarom.

Dan komt weer helemaal centraal te staan: de waardering door de persoon in de cliëntpositie zelf, op basis van wat hij of zij kostbaar vindt of beoogt.

Johan Van de Putte

PS Dit heeft wat mij betreft niks te maken met ‘(positief) bekrachtigen’. De term ‘bekrachtigen’ wordt meestal gebruikt in een context van ‘wat kunnen hulpverleners doen om het doen en laten van mensen onder hun controle te krijgen’? Oa: ’Hoe kan ik de persoon meer X laten doen door hem te prijzen wanneer hij X gedaan heeft? Los van de vraag wat die zelf wil of belangrijk vindt’.

Ten eerste: je weet niet of een gedrag ‘positief bekrachtigd’ is wanneer je iemand ervoor prijst. Dat zal moeten blijken uit een toename van frequentie van dat gedrag.

Ten tweede: als je iemand prijst nadat die spreekt over iets dat hij gedaan heeft, bekrachtig je dan dat ‘spreken over’ of de daad waar die over spreekt?

Ten derde: het is me te doen om het voeren van gesprekken die de persoon ervaart als helpend. En niet om diens doen en laten onder mijn controle te krijgen.

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info