(door Ignaas Deboodt)
[Dit artikel is een reactie op ‘Therapeutisch noteren? 9 manieren om noteren in te zetten in helpende gesprekken‘]
Taal
Therapeutisch noteren?
Het vraagteken is voor mij in deze zinsnede het belangrijkste letterteken, het werkt geruststellend en door iets in vraag te stellen valt – voor mij – elke vorm van bedreiging weg…
In onderstaand schrijven vertel ik eigenlijk weinig nieuws… Authenticiteit bij patiënten en die andere patiënten (= de hulpverleners) vind ik evenwel belangrijk.
Het veralgemenen, de zoveelste DSM-versie,… toegegeven, het is niet echt mijn ding… Geen toeval dat ik mij steeds goed voelde toen ik het voorrecht had om jarenlang naar de maandelijkse samenkomsten van de persoonsgerichte contactbenadering (PGCB) te gaan. Lekker praktijktoestanden bespreken, geen ver-van-mijn-bed- of -van-de-patiënt-show… Heerlijk en verrijkend was dat…
Met ‘helpende gesprekken’ sta je ook zéér dicht bij de patiënt, vandaar mijn interesse.
Over het algemeen is pure theorie – die ongetwijfeld ook waardevol is – evenwel niet aan mij besteed.
Ik ga grotendeels naast de essentie van het artikel ‘therapeutisch noteren?’ reageren en toch is er – denk ik – een absolute link, een soort gemeenschappelijke noemer: TAAL!
Ik vind het echt onvoorstelbaar hoe rustgevend woorden soms kunnen zijn!
Jouw schrijven doet me denken aan hoe ik in de loop van mijn leven – en de ervaringen die ik opdeed – steeds meer geconfronteerd werd met de grote impact die taal kan hebben binnen de hulpverlening….
50 of meer sessies van enkele minuten
Vanuit deze overtuiging ben ik – zo’n 25 jaar geleden – niet als enige – begonnen met de klassieke interdisciplinaire verslagen op een wat meer specifieke manier te gaan ‘maken’.
In plaats van de standaardvragen zelf te gaan invullen nodigde ik de ‘patiënt’ uit om samen ‘het verslag’ te maken.
Toegegeven, het deed raar. Ik zette mij achter de PC en de patiënt zat voor mij – uiteraard – met een thermos koffie en de bijhorende koekjes…
Ik legde hem zo goed als zo kwaad mogelijk het doel van die verslagen uit…
Daarna richtte ik mij tot de patiënt en ‘overliep’ de standaard vragen.
Ik luisterde, noteerde (extreem) letterlijk wat de patiënt me zei (ook al was dat compleet naast de kwestie, dat lijkt me overigens van ondergeschikt belang).
Daarna vroeg ik per vraag steeds of het juist was wat ik genoteerd had door de mensen hun eigen woorden opnieuw voor te lezen…
Bon, hier en daar een correctie uiteraard… Ik ben ook maar een mens en zorgbehoevenden zijn ook mensen…
Deze voor mij destijds nieuwe manier van werken gaf mij werkelijk een kick. Niet dat het eenvoudig was, verre van…
Soms werden die verslagen gemaakt in 50 of meer sessies van enkele minuten.
Sommige mensen konden die taakspanning niet lang aanhouden of verlangden een sigaretje te roken…
Gaandeweg ben ik ook beginnen afwijken van het klassieke patroon van die standaardvragen…
Ik probeerde vragen te stellen op hun maat en zij stelden soms zelf de vragen compleet los van het voorgeprogrammeerde… (en dat kreeg – naar authenticiteit toe en binnen het kader van patiënten participatie – dus voorrang).
Meestal omvat een klassiek verslag voor een interdisciplinaire vergadering zo een bladzijde of 4-5.
Je kan het raden: op den duur werden die verslagen dunne boekjes van 20-30 bladzijden…
De toenmalige psychiater was gefascineerd en vroeg mij hoe ik dat eigenlijk deed.
Ignaas, gebruik jij een dictafoon of zo…?
Neen, dokter, maar ik doe dat in stukjes, op maat van de patiënt en op maat van mezelf, want… ik ben ook maar een mens.
‘Wanneer gaan we nu voortdoen aan dat verslag?’
Ik hoef je niet te zeggen dat het niet altijd makkelijk is om te luisteren naar een patIënt met een zware spraakstoornis die daar bovenop nog eens knal-psychotisch is…
Soms gebeurde het dat patiënten mij vroegen:
Ignaas, wanneer gaan we nu voortdoen aan dat verslag?
Ja, dat gaf een kick, dat maakte mijn werkdag goed.
Hopelijk was het niet voor de koffie en de koekjes alleen.
Neen, ik heb de pretentie om te stellen dat het niet (alleen) om koffie en koekjes ging.
Ik val in herhaling maar ik herhaal het toch:
de kracht van het goed beluisterde woord: een voortreffelijk medicament…
Ik eindigde steeds het verslag met:
… en, G, wat verlang je nog in het leven, wil je nog iets zeggen, kan ik iets voor je doen?,…
Wel, Ignaas, dak kik geerne een nieuwe puppe zoen hebben.
En dienen mens was even later content met zijn nieuwe pijp…
De kunst om tevreden te zijn met kleine dingen… wij, de zogezegde ‘normalen’ kunnen er nog iets van leren.
By the way: Ik sta volledig achter de woorden van psychiater Dirk De Wachter die zegt dat er fundamenteel eigenlijk niet zo veel verschil is tussen patiënten en de (zogezegde) niet-patiënten. Hij zegt hieromtrent: ‘Ik denk dat wij alleen een beetje meer ‘chance’ hadden in het leven’.
Het allermooiste compliment in mijn carrière
Iets moet ik toch nog even kwijt… Een magische herbeleving… Het absolute toppunt, het summum van gelukzaligheid tijdens mijn 40-jarige carrière…
Ik had eens de nacht toen een patiënt – waarvan ik toevallig volgverpleegkundige was – een hypoglycaemisch coma deed.
‘V’ was een intelligente en zeer welbespraakte man en werkte destijds bijzonder graag mee aan het maken van zo’n verslag. Het lag hem als gegoten.
Bon, onmiddellijk de dokter van wacht erbij. Hij was psychiater en was aan het eind van z’n carrière. Ik weet van patiënten dat hij wekelijks naast hen in de zetel kwam zitten op de afdeling om te luisteren naar hun verhaal…
Het lijkt logisch en vanzelfsprekend maar toch lijkt het me – zeker in de huidige tijden – eerder uitzonderlijk… De kern van het verhaal blijft – voor mij – toch nog steeds ‘het verhaal van de patiënt’…
Toen de dokter van wacht eraan kwam was ik niet op mijn gemak. Ik had vliegensvlug het laatste verslag van de patiënt afgedrukt (30 blz.), kwestie van op alle mogelijke vragen voorbereid te zijn.
De psychiater nam het verslag, begon erin te lezen en zei:
Man, wie heeft dit gemaakt?
Ik kromp ineen van de angst en was me aan het voorbereiden op het allerergste… En toen kwam de verrassing: nooit klonken woorden zo als muziek in mijn oren toen hij zei:
Man, dit is kunst!
(en weg was hij).
Sta mij toe nog even te genieten…
Het (veruit) allermooiste compliment in mijn carrière…Ik zal het blijven koesteren.
Helpende gesprekken en noteren: Zeer mooi verwoord en geargumenteerd zoals ik dat van jou gewoon ben, Johan. Bijzonder waardevol. Proficiat!
Even in de rand – maar dit heeft uiteraard niks met helpende gesprekken te maken – in een analyse is het niet nodig om te noteren. Dit zou vrij zinloos zijn omdat in het onbewuste niks verloren gaat. En in een analyse gaat het om het onbewuste. Bij helpende gesprekken is dat uiteraard een gans ander verhaal. Daar ben ik overtuigd dat noteren uiteraard en zonder de minste twijfel zéér zinvol kan zijn.
Ziezo, bij deze heb ook ik mijn broodnodige medicatie voor vandaag binnen. Merci.
Met vriendelijke groet,
Ignaas
[Via ‘Buy me a coffee’ kan je een kleine bijdrage geven om dit blog te steunen.]
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?