Gastartikel:
Ik ben Antje en werk in een psychiatrisch ziekenhuis als medewerker Zinzorg & Pastoraal. In maart 2015 volgde ik twee introductiedagen Narratieve Therapie. Daar kwam ik ongelooflijk enthousiast van thuis. Het verrassende was dat ik al meteen ‘kleine dingetjes’ uit de Narratieve Therapie kon oppikken om gesprekken anders te doen verlopen: het benoemen van een bepaalde stap; het rijker maken van een sprankelende ervaring; het opdelven van meer verhalen in dezelfde lijn; het probleem buiten de persoon plaatsen…
Ik denk aan Marcel
58 jaar. Hij heeft geen prettig leven achter de rug: kindermishandeling (de littekens van sigarettenpeuken zijn nog zichtbaar op zijn armen), op 14-jarige leeftijd op straat gaan leven, alcohol- en drugsverslaving… Zijn vrouw die hem van dat leven ‘gered heeft’, is ook nog eens veel te vroeg gestorven én de ziekte van Parkinson beperkt zijn mogelijkheden meer en meer. Op een gegeven moment zegt hij: Ik heb aan mijn begeleidster van Begeleid Wonen een nieuw bed gevraagd, een duur bed zelfs, zodat ik me beter kan draaien. Dat klonk mij nieuw in de oren, zo’n initiatief, dus ik besloot heel ‘narratief’ te vragen hoe hij zijn actie zou kunnen noemen. Dat wist hij niet.
Ik vroeg aarzelend : zou het misschien iets kunnen zijn als ‘voor jezelf zorgen’?
En toen zei hij heel beslist:
Nee, het is opkomen voor mezelf.
– Ah zo, opkomen voor jezelf. Hoezo?
– Ah ja, vroeger kreeg ik alleen maar slaag en geen eten; en nu kan ik zelf iets beslissen.
– Kan je misschien nog een ander verhaal vertellen over opkomen voor jezelf, iets van vroeger of zo?
Van vroeger als kind en tiener kon hij niets bedenken, maar toen hij trouwde en besloot te stoppen met drinken omdat hij een goed huwelijk wou hebben, vond hij dat ook ‘opkomen voor zichzelf én voor zijn vrouw’. Ons hele gesprek werd er door gekleurd: dat hij zichzelf terug had laten opnemen na haar dood, zag hij nu in een ander licht. En dat hij op het activiteitencentrum Spaans en Engels leert, zit ook in die lijn: ik heb nooit de kans gehad om te studeren, maar nu doe ik dat toch nog. Marcel heeft geen kinderen, maar wilde iets doen voor kinderen die het moeilijk hebben. Hij steunt nu een Plankind uit Zuid-Amerika:
het moest een meisje zijn, want die krijgen minder kansen dan jongens, en ik wou iets doen voor wie het het hardst nodig heeft.
Naast de verhaallijn van ‘slachtoffer zijn’, ‘ziek zijn’, ‘afhankelijk zijn’, komt er ook een verhaallijn van iemand die kan opkomen voor zichzelf én ook voor anderen kan zorgen! In mijn ogen gaat hij krachtiger dan ooit de deur uit.
Ik denk aan Maaike
Ze is rond de 50 en heeft al een heel traject in de psychiatrie doorlopen. Ze vindt zichzelf weinig waard en van geen nut. Ze had al enkele keren laten vallen dat ze ooit een hond had, en dat ze dol is op de hond van haar moeder, Blackie. Hoe hij haar altijd tegemoet komt lopen als ze daar komt. Maar ik deed er niets mee, tot ik wat narratieve handvaten aangereikt kreeg. Toen Blackie weer ter sprake kwam, wilde ik eens proberen of ik deze sprankel in haar leven wat vetter kon maken.
– Maaike, kan je mij eens proberen duidelijk te maken wat jij hebt dat dieren zich zo aangetrokken voelen tot jou? Want eerlijk gezegd is dat iets dat ik helemaal niet heb.
– Gewoon, zegt ze,
ik voel die liefde, en ik kijk Blackie in de ogen, en daar word ik zelf rustig van en hij ook. Ik denk dat hij dat voelt.
Wanneer ik vraag naar andere verhalen over rust en liefde voor dieren, blijkt dat ze vroeger de pasgeboren poesjes beschermde die haar oma in de grond wou stoppen en dat ze alle kippen een naam gaf zodat ze niet in de pot gingen. Met een verlegen giechel vertelt ze dat ze niet zo geliefd was bij de buurman, want ze trok daar de mollenklemmen uit.
Van dieren komen we op mensen: ze kon ook met heel veel geduld voor haar kinderen zorgen, en toen ze nog als zorgkundige aan het werk was, wilde zij liefst bij demente mensen staan:
ik deed dat graag, die mensen hadden een heel rustig tempo en ik kon met veel geduld en zachtheid met hen omgaan; dat gaf mij zelf ook rust. De meeste collega’s hadden dat geduld niet.
En blijkt dat deze vrouw-die-zich-waardeloos-vindt, al jaren elke week een mentaal-gehandicapte man bezoekt, samen met haar moeder, en ook hier weer kan ‘aanvoelen’ wat hij nodig heeft: samen een sigaretje roken, en vier boterhammen met hesp eten. Er was nog veel meer mogelijk geweest met dit gesprek, maar Maaike benoemde het als ‘opluchting, fijne herinneringen aan dieren, en dat ik toch wel veel geduld kan hebben met mensen’.
Ik denk aan Sam
35 jaar. Meestal duren onze gesprekjes maar 10 minuten. Door zijn angsten en paranoia kan hij zich maar moeilijk concentreren, en het duurt lang voor hij iets zegt. Alles gaat heel traag. Ik wist wel dat hij van muziek hield, en vooral van U2, maar tja, daar doofde het gesprek dan ook vaak uit. Ook hier zorgde Narratieve Therapie voor inspiratie, en ik ging aan de slag met Sam zijn muziek. Welke muziek hij graag hoort? Of hij me een paar groepen kan noemen? Oeps, ik ken er maar ééntje van. Waar haalt hij die muziek vandaan? Blijkt dat ooit al zijn CD’s en platen gestolen zijn, en hij nu ‘heel wat nummers van vroeger’ via YouTube probeert terug te vinden… En hoe, of met wie is het ooit begonnen?
Mijn oma heeft me mijn eerste ‘pick-up’ gegeven. En met mijn zakgeld kocht ik plaatjes.
Het gesprek rolt verder: ooit was hij een geliefde DJ met zijn eigen bijnaam Spy! En ja, dat concert van U2 op Werchter, en hoe Bono telkens één iemand uitkiest om mee te dansen…
Hij belooft me dat hij de dvd van zo’n concert eens zal meegeven, want dat moet ik gezien hebben! Na 50 minuten moeten we het gesprek afronden. Sam zelf zegt dat hij nog nooit zoveel verteld heeft. Ik heb hem nooit eerder zo ‘helder’ en zo sprankelend (jawel!) gezien, ook al is hij nu hervallen en ligt hij in de isoleercel. Maar deze sprankel hebben we alvast gehad, en ik zie nu méér dan een psychotische man in hem. Ik zie nu ook de muziekliefhebber, de DJ, de Sam die zegt dat ‘muziek hem gered heeft’. Volgende keer vraag ik hem hoe de muziek hem nu ook weer redt!
Ik denk aan Carla
26 jaar… Ze vertelt over haar minderwaardigheidscomplex. Ik voel me minderwaardig, ik kan niets, ik vergelijk me met andere mensen van mijn leeftijd en voel me dan waardeloos. Ik ga proberen om wat afstand te krijgen tussen ‘het probleem’ en ‘haarzelf’.
Dus ik vraag haar: Euh, Carla, het klinkt misschien vreemd, ik weet het, maar zou je even dit Minderwaardigheidscomplex daar op tafel willen leggen. Kijk er maar naar. Hoe ziet het er eigenlijk uit?
– Klein en donkerblauw en geniepig, zijn haar woorden.
– Wat wil dat donkerblauwe ding?
Het wil haar neerhalen, telkens als zij zich goed voelt en best trots is op haarzelf. Dan vertelt ze, schijnbaar zonder enige aanleiding, een verhaal over vriendinnen in de secundaire school die haar ‘heel geniepig’ begonnen te pesten, haar ‘neerhaalden’ en de relatie met haar eerste vriendje verknoeiden. Ze wordt er flink emotioneel van, én boos.
Zulke vriendinnen zijn eigenlijk geen vriendinnen.
Maar door het beeld van het ‘geniepige ding’ krijgt ze volgens eigen zeggen meer greep op het probleem.
Het stelt haar gerust dat het niet iets in haarzelf is, maar stemmen van toen die nog steeds weerklinken.
Ik bedenk dus dat er misschien ook wel échte vriendinnen moeten zijn in haar leven nu, en vraag ernaar. En jawel hoor, ze vertelt vol vuur over haar drie belangrijkste vriendinnen nu, hoe ze die heeft leren kennen, wat ze voor haar betekenen, en wat zij voor hen betekent. Een mooi vriendschapsverhaal uit de middelbare school dat haar te binnen schiet is ‘briefjes naar elkaar schrijven’… Samen komen we op het idee dat ze die drie vriendinnen wil vragen om haar een brief te schrijven, met wat ze waarderen in haar. Die briefjes wil ze in haar buurt houden, voor het geval het donkerblauwe geniepige ding weer wil toeslaan.
Dit zijn nog maar mijn eerste kleine stapjes op het pad van Narratieve Therapie; ik ben enorm benieuwd waar het mij én mijn gesprekspartners nog zal brengen.
Antje*
Hier kan je een pdf met 18 ideeën voor empowerende gesprekken uit de narratieve therapie downloaden.
(*Deze deelnemer aan ‘Empowerment: Tweedaagse opleiding in enkele gesprekstechnieken uit de narratieve therapie‘ wenst anoniem te blijven. De naam ‘Antje’ is fictief en de namen van de patiënten waarover ze schrijft, zijn dat ook.)
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
Hallo,
amai, ik genoot van dit verhaal! Alleen al het neerschrijven van hoe de twee opleidingsdagen je hebben geïnspireerd, geeft al inspiratie :-). Dank je wle!
Heidi