Ella consulteert een hulpverlener. Hoopt ze op iets? Is ze hoop aan het verliezen? Allebei?
Isabel is hulpverlener. Ze wil een hoop-ondersteunend gesprek aanbieden. Wat kan ze doen?
Hier heb je enkele opties voor Isabel om de hoop van Ella vol en rijk in het vizier te krijgen.
Vooral in het vizier van Ella.
Gespreksopties die voor Ella levensopties openen.
Gespreksmogelijkheden die de hoop meer tastbaar, concreet en vruchtbaar kunnen maken.
Zodat frisse ideeën zich aan Ella aandienen. Inbegrepen: zin om ze in praktijk om te zetten.
Pop-ups van hoop?
Hoe vertoont hoop zich zoal?
- Ella neemt het initiatief om een hulpverlener te consulteren. Wat hoopt ze dat dit zal opleveren?
- Victor neemt geen vrede met wat op het werk gebeurt. Koestert hij de hoop dat het kan veranderen?
- Veel is onzeker maar Emma voelt zich lekker. Waar heeft ze voeling mee waardoor de onzekerheid geen angst opwekt? Welke mogelijkheden ervaart ze?
- Lucas wordt plots benomen door angst. Zijn vrees, levensgroot: ‘dit komt niet meer goed!’ Wat maakte dat hij hier anders in stond voor de vrees toesloeg? Wat zag hij dan? Wat wist hij van zichzelf of anderen of het leven?
- Elise is veel onrecht aangedaan. Als kind. En dat is niet gestopt toen ze ouder werd. Wat heeft haar – al was het maar een beetje – ondersteund om op de been te blijven? Om terug op de been te geraken wanneer ze de moed kwijt was? Een sprankel hoop dat het ooit beter zou worden?
Hoop kan veel gedaanten aannemen: een initiatief, een volhouden, vertrouwen waar angst zou kunnen overheersen, zelfs hopeloosheid wijst op een hoop (nl. één waar men gescheiden van geraakt).
Hoop is een intieme ervaring. Een gerichtheid op mogelijkheden. Mogelijkheden die ons dierbaar zijn. Waar we in relatie mee staan.
Hoop penetreert heel onze levenservaring. Net als het verdwijnen van hoop dit doet.
Enkele perspectieven op hoop
Enkele uitgangspunten. (Enkel voor mensen die houden van opsommingen van uitgangspunten.)
- Het is niet nuttig om er van uit te gaan dat hoop iets diep-menselijk of existentieel is. Denken dat het eigen is aan de mens dat hij hoop kan hebben in de moeilijkste omstandigheden, ontmoedigt ons om vragen te stellen. Vragen die een Gesprek (met een grote G) kunnen faciliteren. Gesprekken met een grote G gaan niet over ‘communicatie’ maar wekken ervaringen en perspectieven. In Gesprekken krijgen mensen de kans om betekenis te geven aan hun ervaringen en dit brengt hen op een andere plek in het leven dan ervoor. In Gesprekken krijgen mensen bv de kans om hoop te traceren en om daar betekenis aan te geven.
- De ervaring van hoop hangt samen met allerlei (vaak impliciete) perspectieven op of conclusies over zichzelf (bv over vaardigheden, kwaliteiten, waar iemands leven over gaat), de wereld, anderen, het leven. Die (hoop-ondersteunende) perspectieven en conclusies hangen samen met (hoop-ondersteunende) ervaringen uit het recente of verre verleden.
- Ervaringen zijn hoop-ondermijnend wanneer ze hoop-ondersteunende perspectieven of conclusies in twijfel trekken. Dan raken we de voeling kwijt met hoop-ondersteunende perspectieven/conclusies én met de ervaringen waar die mee samenhingen.
- De voeling die we hebben met hoop-ondersteunende ervaringen kan variëren van sterk tot zwak. Als de voeling zwak is, dan is de hoop ook zwak of fragiel. Is de voeling sterk, dan is de hoop potent.
- Een potente hoop bevordert ideeën. Ook ivm het nemen van mogelijke obstakels. Potente hoop geeft zin en impulsen tot concrete actie.
- Het is nuttig om gesprekken te voeren over hoop-ondersteunende perspectieven, conclusies én de ervaringen die er de basis voor (geweest) zijn. Deze gesprekken versterken nl. de voeling met deze hoop-ondersteunende ervaringen, perspectieven en conclusies. Ze geven de hoop meer mogelijkheden om potent te worden. Ze creëren een platform voor ideeën, samenwerking en actie.
- Hoop moet niet domweg opgepompt worden met bemoedigende woorden. Door het rijk her-vertellen van de ervaringen, perspectieven en conclusies waar ze intiem mee samenhangt krijgt ze vanzelf een natuurlijke, krachtige gedaante. Het is mogelijk dat dit heel bruikbare ideeën en impulsen geeft. Het is ook mogelijk dat de persoon de hoop her-vormt.
Geschiedenis van hoop
Omdat hoop zo sterkt samenhangt met concrete ervaringen, moeten we gewoon vragen naar de ervaringen die er voor iets tussen zitten dat een hoop
- in iemands leven gekomen is, en/of
- gevoed of versterkt of bevestigd is.
Dus zinnige vragen zijn:
- Wanneer denk je dat deze hoop (dat …) in je leven gekomen is?
- Kan je me iets vertellen over de ervaringen die er misschien voor iets tussen zitten dat deze hoop (dat …) in jouw leven gekomen is?
- Hoe is deze hoop in je leven gekomen?
- Wanneer ben je in contact gekomen met deze hoop?
- Volgens mij heb jij dingen meegemaakt die jou tot het idee gebracht hebben: ‘misschien zit het er voor mij ook wel in om …’ Wat denk jij? Welke ervaringen hebben voor jou misschien bevestigd dat … ook een mogelijkheid voor jou is?
- En welke ervaringen in de loop van jouw leven hebben deze hoop misschien wel bevestigd? Of kracht gegeven. Wat heb jij meegemaakt of gedaan (of geprobeerd of gelezen of gezien of gehoord) dat vitamientjes gegeven heeft aan deze hoop? Dat deze hoop op … bevestigd heeft. Dat bevestigd heeft dat deze hoop misschien wel een terechte hoop was?
Sociaal-relationele geschiedenis van hoop
Er is nog een belangrijke categorie vragen die hierbij hoort: Vragen naar hoop-wekkende en hoop-vriendelijke ontmoetingen met personen of figuren uit de levensgeschiedenis van de persoon.
Zo kunnen we iemand ontmoet hebben door wie we ons gewaardeerd voelden. Dit bracht bv een vaardigheid of kwaliteit van onszelf in het vizier. En hierdoor konden we ons een toekomst verbeelden zoals we dat niet eerder konden.
Of we voelden dat de ander ons behandelde als iemand die recht heeft op een beetje geluk. Of op een menswaardig leven. Of op respect. Of dat de ander ons zag als iemand met wie het wel zal goed komen.
We zijn misschien in contact gekomen met een figuur in een boek, film of televisieserie. En die ontmoeting heeft het besef van een mogelijkheid gewekt. Bv het besef dat volharden de moeite kan lonen. Of dat je je menselijkheid kan behouden in onmenselijke omstandigheden. Of je herkent in de figuur een vaardigheid die jij (misschien) ook hebt.
Enkele voorbeelden van vragen uit deze categorie:
- Mag ik jou iets vragen? … Deze hoop waar we het nu over hebben: als jij zou moeten denken aan één persoon die er misschien voor iets tussen zit dat deze hoop in jouw leven is kunnen komen, aan wie denk je dan?
- Welke persoon of figuur heeft misschien – op een of andere manier – ertoe bijgedragen dat jij in staat was om deze hoop te durven koesteren?
- Zijn er misschien mensen of figuren die op hun manier – misschien gewoon door hun manier van doen – deze hoop bevestigd hebben? Die – door hun omgang met jou – deze hoop voeding gegeven hebben? Die voor jou versterkt hebben dat het terecht was om deze hoop vast te houden?
De hartslag van hoop
Als je een of enkele ervaringen getraceerd hebt uit de geschiedenis van de hoop, dan heb je een vertrekpunt. Belangrijk maar het is slechts een vertrekpunt.
Het gaat er nl. om dat deze ervaringen nu voldoende opgehaald worden.
Ze moeten wakker worden.
De persoon moet zijn/haar hoop bijna concreet kunnen zien.
Betasten.
Beluisteren.
Smaken.
Ruiken.
De vorm.
De kleuren.
De textuur.
De ledematen.
De hartslag.
De temperatuur.
Het landschap er rond.
Hoe?
We stellen vragen naar het hele concrete van de ervaringen.
En we verkennen wat de persoon toen wist, zag, voelde, (her)ontdekte waardoor een bepaalde hoop zich ontwikkelde of bevestigd werd.
Vragen naar het concrete
Hier horen vragen naar het concrete van de hoop-genererende of hoop-bevestigende ervaringen en context.
- Wanneer?
- Wat gebeurde er?
- Wie was erbij betrokken?
- Wie deed wat?
- Waar?
- …
Ella: Ik denk dat ik zelfs als kind al voelde dat het nog goed zou komen met mij. Ondanks al die rottigheid met mijn ouders en op school.
Isabel(hulpverlener): Hoe oud was je – denk je – toen je dit gevoel leerde kennen? … Als kind, zeg je? Heb je het dan over de kleuterschool. Of de lagere school. Of later?
Ella: Pff, misschien lagere school toch. Vierde, vijfde leerjaar?
Isabel (hulpverlener):Welke ervaringen hebben hier misschien iets in betekend? In het vierde of vijfde leerjaar?
Ella: Ik had toen een vriendin, Ria. Ik kwam bij haar thuis. Ik bleef daar soms logeren. Zij had schatten van ouders. Helemaal anders dan wat ik gewend was.
Isabel (hulpverlener): Vertel eens iets over Ria? … Wat deden jullie zoal?… En hoe zit het met die ouders? Wat weet je nog van hen? … Wat kan je je herinneren van wat zij deden dat anders was dan wat jij gewend was? … Wat trof jou toen het meest? … Hoe vaak kwam je daar? … Misschien is het niet zo belangrijk maar weet je nog hoe het er daar bij Ria thuis uitzag? …
Vragen naar (her)ontdekkingen, inzichten, perspectieven
Als er wat gewoeld is in de concrete herinneringen, kunnen vragen gesteld worden naar perspectieven. Vragen als:
- Wat zag je toen scherper van jezelf?
- Waar werd je je toen bewust van? Van welke vaardigheid of kwaliteit van jezelf werd je je toen meer bewust?
- Welke mogelijkheden voor je leven voelde je toen misschien aan?
- Wat voelde je dat X waardeerde aan jou? Hoe was dat voor jou? Liet jou dat koud of raakte dat iets?… Wat?
- Zou het kunnen dat dit een mogelijkheid opriep voor jou die een beetje nieuw was voor jou? Dat je dankzij die ervaring een mogelijkheid ontdekte die je eerder niet gezien had? Kan je daar iets meer over zeggen?
- Was dat de eerste keer dat je het gevoel had dat … of bevestigde dit iets dat je ergens al wist?
- Het bevestigde iets… Dus je had al eerder ontdekt voor jezelf dat … Kan je daar iets over vertellen? Welke eerdere ervaringen hadden er toe geleid dat je wist dat je …?
- Welke andere ervaringen heb je in je leven gehad die hier bij passen?
Isabel (hulpverlener): Daarstraks vroeg ik jou welke ervaringen er misschien voor iets tussen zaten dat je voelde dat het nog goed zou komen met jou, ondanks alle shit. Je dacht toen aan Ria en haar ouders. Wat is de link tussen jouw ervaringen met Ria en haar ouders en jouw gevoel dat het nog goed zou komen met jou? Wat heb jij misschien ervaren bij hen, of ontdekt over jezelf?
Ella: Ria haar mama was altijd blij als ik daar was. Ik had echt het gevoel dat zij blij was dat ik de beste vriendin van Ria was. Dat was zo totaal anders dan wat ik thuis voelde.
Isabel (hulpverlener): Wat zag zij in jou waar jouw ouders misschien wat blind voor waren?
Ella: Dat ik een goed kind was. Een gewoon kind. Een goed kind. Ik voelde me bij hen zelfs speciaal.
Isabel (hulpverlener): Hoe was dat voor jou om te ervaren?
Ella: (Tranen)… Het is heftig om daar aan terug te denken… Het klinkt onnozel maar ik denk dat dat mijn leven gered heeft…’ (tranen)
Isabel (hulpverlener): Stel dat ik jou toen had kunnen spreken, en je zou me in vertrouwen genomen hebben, en ik zou je gevraagd hebben: ‘Wat jij bij Ria thuis allemaal ervaart, hoe beïnvloedt dit jouw kijk op jezelf? … Welke beelden roept dit op over jouw toekomst? … Welke mogelijkheden zie jij voor jezelf later, als je denkt aan hoe blij Ria’s mama is dat jij de vriendin bent van haar dochter? … Als je voelt hoe ze jou als een goed kind ziet?’ Wat zou je me gezegd hebben?
Ella: Een normaal leven! Zoals dat van Ria. Een gewoon leven. Een goed leven. Zoals zij! En dat ik daar recht op had ook! Dat die shit thuis ook gewoon echt shit was, en dat ik dat niet verdiende.
Isabel (hulpverlener): Dat besef dat je recht had op een normaal, een goed, een gewoon leven, heeft dit jou toen of later gesteund in moeilijke periodes?
Ella: Da’s een moeilijke vraag. Daar heb ik nog nooit over nagedacht.
Isabel (hulpverlener): Oké. Denk jij dat die ervaringen van gewoon en goed te zijn en recht te hebben op een goed, normaal leven op een of andere manier later iets mogelijk gemaakt hebben voor jou? Of ergens een steun geweest zijn voor jou? Een steun bv om te blijven geloven dat je recht had op een gewoon, goed leven. Net als Ria.
Een sprankeltje hoop
Ik herinner me een gesprek met een man, jaren geleden, die zich op dat moment radeloos voelde. Hij zei dat hij enkele weken ervoor heel kort een sprankeltje hoop ervaren had. Dat was vreemd geweest want er leek geen basis geweest te zijn voor die ervaring. Hij was immers op een psychiatrische opnameafdeling beland na dagenlang dwalen. Een dwalen met als enig perspectief: een einde maken aan zijn leven. Ik vroeg hem naar die sprankel.
Vragen als:
- Mag ik jou iets vragen over dat sprankeltje hoop dat je toen ervaarde?
- Weet je nog waar je was? En wat er toen gebeurde?
- Toen het er nog was… Stel dat ik je toen gevraagd had: welke mogelijkheid zie jij nu? Wat had je me dan geantwoord?
- Op het ogenblik dat die sprankel hoop speelde: Wat zag jij toen van jezelf dat je later niet meer kon zien? Wat wist jij toen (wat je nadien opnieuw ontsnapt is)?
Er ontwikkelde zich een Gesprek. In dat Gesprek kon de man opnieuw zien en voelen wat hij weken ervoor als bij genade had kunnen zien en voelen. Zonder dat ik hem moest opmonteren of moed inspreken.
Dus: Sla geen hoop over. Ook geen flauwe. Ook geen sprankeltje. Zelfs geen sprankeltje hoop dat men nu niet meer heeft.
Vaardigheden in het terug oppikken van hoop
In een gesprek over een hoop die belangrijk was in haar leven vroeg ik Martha of ze momenten gekend had dat ze die kwijt geraakt was. Ze bevestigde dit. Ze vertelde over een periode dat ze oa geen werk had en ergens woonde waar ze de taal nauwelijks machtig was. Hoe had ze die hoop terug in handen gekregen?
Ze vertelde een verhaal van koppig blijven proberen, ondanks vele afwijzingen: ‘blijven proberen, blijven proberen’. Ze vertelde ook een verhaal over Kathie, een vrouw die haar bijgestaan had. Ik vroeg haar waarom ze dacht dat die vrouw dat gedaan had? Ze vertelde me wat ze betekend had voor Kathie. Wat Kathie in haar gezien had. En gewaardeerd. Ze toonde me een foto van Kathie.
En ik vroeg haar naar een ander verhaal over ‘blijven proberen’. En ze vertelde me een recent verhaal.
We kunnen een Gesprek faciliteren over vaardigheden om hoop terug in handen te krijgen. Met vragen zoals:
- Hoe ben je erin geslaagd om de hoop terug op te pikken? Om die terug in handen te krijgen? Kan je daar iets over vertellen?
- Wat is belangrijk geweest om die hoop terug te kunnen opnemen?
De andere kant van wanhoop
Laten we eens kijken naar de volgende vragen:
- Je zei dat je het opgegeven hebt. Mag ik jou enkele vragen stellen over wat het is dat je aan het opgeven bent? Of over datgene waar je gescheiden van geraakt, of waar je de voeling mee kwijtraakt en wat belangrijk voor je geweest is?
- Je zei dat je geen toekomst meer voor jezelf kan zien. Zou het oké zijn dat ik je vraag naar de toekomstmogelijkheden die je hiervoor zag? En hoe dit tot een bepaald moment ondersteunend was voor je leven? Of mag ik je vragen naar wat het mogelijk maakte voor jou, tot kort geleden, om deze toekomst in het vizier te houden?
- Je zei dat je niet langer kan doorgaan. Is het oké dat ik je enkele vragen stel over jouw ervaring van wat je aan het voortzetten was? Of misschien over waar je je tot nu toe op baseerde om door te zetten?
Deze vragen schetsen
de mogelijkheid om nav expressies van wanhoop of verlies van perspectief toch de hoop of het perspectief dat de persoon verloren heeft te verkennen.
Ik heb ze gevonden in een artikel van Michael White over de andere (impliciete) kant van expressies van psychologische pijn.
Om geen misverstanden te wekken: Michael White wou hiermee niet het gesprek over het verlies van hoop of perspectief uit de weg gaan. Hij stelde immers ook voor om interesse te tonen in:
- de ervaring die mensen hebben van de wanhoop die ze ervaren,
- hoe de wanhoop zich in hun leven manifesteert: bv de effecten van de wanhoop op iemands leven, denken, relaties, …,
- de contexten van deze wanhoop, zoals de socio-economische context ervan of de machtsrelaties die er voor iets tussen zitten,
- een eventuele aanpak van deze contexten.
Hij was echter een voorstander van een dubbel-luisteren waardoor mensen zich ook dubbel-beluisterd kunnen voelen: niet alleen beluisterd in de ervaring van wanhoop maar ook in die van de hoop waar ze gescheiden van geraakt zijn of gescheiden van dreigen te worden. In die lijn kan je bv verkennen
- Wat de hoop mogelijk maakte om te denken en doen,
- Wat de hoop bracht dat kostbaar was voor de persoon,
- Welke ervaringen en overtuigingen en relaties een platform boden voor de hoop,
- Wat de hoop bijdroeg tot het leven van anderen.
Als we proberen ‘dubbel te luisteren’ dan horen we misschien niet alleen de afwezigheid van hoop maar ook de toon waarmee die uitgedrukt wordt. Drukt die uit dat men vrede neemt met het verdwijnen van hoop? Of wijst die op onvrede, op protest, op een klacht? Op hoe kostbaar de hoop is? Op acties om die terug te pakken te krijgen?
Hier kan een rijk gesprek rond ontwikkeld worden.
Zo.
Enkele opties voor hoop-ondersteunende helpende gesprekken.
Om hoop terug in het vizier te krijgen.
De perspectieven die ermee samen hangen.
De ervaringen die er voor iets tussen zitten.
De mogelijkheden die hoop geeft.
De vaardigheden in het opnemen van hoop.
We zouden het ook kunnen hebben over het samen onderzoeken van de effecten van hoop.
En wat de persoon van die effecten vindt.
Of mogelijkheden in het opgeven van een hoop.
Of het transformeren van een hoop in een andere.
Da’s voor een andere keer.
Ik hoop dat dit jou ondersteunt in je werk.
Heb jij een anekdote over een stukje gesprek rond hoop dat je wil delen met me?
Ben je geïnteresseerd in een pdf met de soorten vragen die in dit artikel aangehaald zijn? Als inspiratie-tool? Klik dan op: pdf-hoop-ondersteunende-helpende-gesprekken-enkele-opties.
Hartelijke groet,
Johan Van de Putte
PS Wil je je gespreksvaardigheden in deze benadering ontwikkelen? Dat kan je in Utrecht (klik hier). En in Gent (klik hier).
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
Hallo Johan,
In mijn huidige werk als ggz consulent bij het GCA ( gezondheids centrum voor asielzoekers) wordt ik vrijwel dagelijks geconfronteerd met mensen die in soms uitzichtloze situaties verkeren: het land van herkomst ontvlucht vanwege oorlogsgeweld, of martelingen en bedreigingen door machthebbers ( homo seksueel zijn in bijv. Iran kan je letterlijk de kop kosten); dan de precaire onderneming van zo ’n vlucht met te veel mensen in een gammele rubberboot; ziet zelden valt er een over boord, of komen er meerdere om; dan begint bij aankomst in Europa, als je het gehaald hebt, de volgende fase van angst en onzekerheid, om na verloop van tijd met een beetje geluk misschien bijv. in Nederland in een opvang centrum te komen, niet zelden een oude gevangenis, die vaak herinneringen oproept aan gevangenneming en martelpraktijken in het land van herkomst. En dan nog de langdurige procedures.
Het moge duidelijk zijn, dat ik als hulpverlener weinig concreets kan bieden, dan luisteren naar inmense verhalen over verlies, pijn, verdriet, angst en hopeloosheid.
Alleen al het luisteren naar hun verhalen geeft opluchting en erkenning. Op mijn manier ga ik ook altijd met hun op zoek naar perioden voor alle ellende, of op zijn minst herinneringen die houvast bieden.
Het is helaas zo dat ook deze kortdurende contacten verbroken worden vanwege transfers naar andere locaties. Som ook voor mij frustrerend.
Niettemin geeft dit artikel leuke aanknopingspunten die ik kan gebruiken.
Heel veel dank daarvoor.
Gr,
Erick.
Bedankt voor je reactie, Erick. Ik heb een artikel dat jou – vermoed ik – zal interesseren: ‘Poetic-resistance-Witnessing-Bahmans-resistance-to-torture-and-political-violence’ (van oa Vikki Reynolds). Ik denk dat je het vindt als je ernaar google-t maar als je wil mail ik het je. Ik heb het samen met de mensen van ons narratief leesclubje gelezen en besproken. Het heeft ons allemaal geraakt en geïnspireerd.