[Als je liever luister naar dit artikel, klik dan HIER]
‘Je kunt je niet je hele leven in een slachtofferrol blijven wentelen’.
Dat las ik recent in een interview.
Slachtoffer-rol
Dat is een begrip dat wel eens gebruikt wordt onder ons, psychosociale hulpverleners.
‘Hij gaat (altijd) in een slachtofferrol zitten’. ‘Zij neemt de slachtofferrol aan’.
(Dus niet ‘ze is slachtoffer van X en Y’ maar ‘ze gaat in een slachtofferrol zitten’ of soms zelfs ‘ze wentelt zich in een slachtofferrol’.)
Slachtoffer-rol
Rol?
Dat verwijst naar de wereld van het theater.
Het suggereert dat je de slachtoffer-rol zou kunnen loslaten om een andere rol op te nemen.
Wentelen.
Dat ‘wentelen’ (in de slachtofferrol) doet me een beetje denken aan Jules, 1 van onze honden, die zich soms graag wentelt in de uitwerpselen van een andere hond.
Is de suggestie dan dat mensen die aan slachtofferrol-wentelen doen, dat zij dat fijn vinden?
Zelfmedelijden
Googel dat woord eens.
…
Je zou gaan geloven dat je beter af bent met corona. Het lijkt iets heel vies.
(en blijkbaar ‘wentelen’ mensen zich daar ook in!)
Alarm
De negatieve lading die met deze begrippen verbonden is … wat is dat toch?
Ik snap dat niet.
Beter gezegd: ik wil het niet snappen.
(ik denk dat ik het wel snap, het heeft met angst en onmacht te maken, en met willen-vermijden)
Ik vind dat er een alarm moet afgaan wanneer deze begrippen bij ons opkomen als we luisteren naar iemand.
Het alarm luidt:
Lieve X, je kan het niet aan om te horen dat Y uitdrukking geeft aan pijn, onmacht, hopeloosheid, onrecht, en aan reële ervaringen van slachtofferschap. Let op of je gaat jouw niet-aankunnen op Y uitwerken (door die zogezegd ‘aan te moedigen’ om de slachtofferrol en het zelfmedelijden achterwege te laten).
Dus eerst gaat dat alarm af.
Tip
Vervolgens klinkt een innerlijke tip.
De tip luidt:
Probeer je bloot te stellen aan de onmacht die jij nu voelt (door getuige te zijn van de onmacht van Y).Dit is pijnlijk voor jou.Adem ermee. In. Uit.Voel je onbehagen, je onmacht, je angst.Voel het en probeer er een beetje in te ontspannen.Maak gebruik van deze gelegenheid om wat meer op je gemak te geraken met dit soort ongemak.
De legitieme ervaring van slachtofferschap en zelfmedelijden
Mensen nemen geen slachtoffer-rol aan. Ze ervaren een vorm van slachtofferschap.
Ze getuigen ervan.
Het vraagt wat van een mens om te getuigen van een vorm van slachtofferschap.
Ga het maar eens aan. Voel hoe pijnlijk het is.
Als iemand stilstaat bij ervaringen waarbij die echt slachtoffer was, en hij drukt uit ,’Het is niet eerlijk. Dit had mij niet mogen overkomen. Ik heb dat niet verdiend, dit doet me zo verschrikkelijk veel pijn’, is dit zelfmedelijden?
Wat mij betreft is dit
- een legitiem aanklagen,
- een legitiem erkennen van reële gevolgen,
- een legitiem mededogen met de persoon die dit overkomen is (nl hij/zij zelf)(en hem/haar steeds opnieuw overkomt wanneer dit besef weer wakker wordt).
Is dat zelfmedelijden?
Indien ja, dan is het absurd dat ‘zelf-beklag’ en ‘zelf-medelijden’ een negatieve connotatie hebben.
Dit gaat over eerlijkheid, over een besef van wat rechtvaardig is, over bekommernis om en zorgzaamheid voor die ene persoon die jou je hele leven gezelschap houdt. (nl jij zelf)
(of is het omgekeerd, de persoon die jij de hele tijd gezelschap houdt?)
Ongehoord zijn
In ‘Wat heet eenzaam? Een essay’ schrijf Andries Baart – de geestelijke vader van de Presentie-theorie – over 9 gestalten van eenzaamheid.
(Er zijn veel vormen van pijnlijk alleen-zijn die niks te maken hebben met een te klein sociaal netwerk)
‘Ongehoord zijn’ is er 1 van.
Zo noemt Baart de eenzaamheid die je ervaart wanneer je wil vertellen over pijnlijke dingen die je meegemaakt hebt en waar je de gevolgen van ervaart … maar de ander wil ze niet horen.
Kan ze niet horen.
(Het moet kort. Niet te gedetailleerd. Geen walgelijke dingen. Ordelijk. Met een clou. Leidend tot iets positief. Er moet snel een optimistisch perspectief komen.)
De ander niet willen/kunnen horen in pijnlijke ervaringen veroordeelt haar tot een vorm van eenzaamheid die niet verlicht wordt door gezelschap.
En als wij hun verhalen niet ten volle horen, kunnen zij niet herstellen omdat ze slechts dankzij de anderen die de relatie met hen aangaan en het aangedane onrecht ten volle erkennen, zichzelf kunnen terugvinden.(Andries Baart)
Menselijk
Dat er een vieze lading hangt aan ‘slachtofferschap’ en ‘zelfmedelijden’, dat heeft kwalijke gevolgen.
Het heeft een negatieve impact op ons kunnen-luisteren en bij de ander zijn.
(‘aansluiten’ noemen we dat in de presentiebenadering)
Maar dat we die vieze lading ervaren, en dat we krampachtig reageren op slachtofferschap en zelfmedelijden, dat is tegelijkertijd begrijpelijk.
We zijn bang van de positie van onmacht. Dat is menselijk. De onmacht van de ander roept eigen ervaringen van onmacht op.
Wij, psychosociale hulpverleners, willen ook heel graag mensen naar een actieve positie leiden, opdat ze het gevoel hebben weer aan het stuur te zitten van hun leven. Dat gunnen we hen erg. (Dat gunnen we ook onszelf)
We zijn bang dat dat niet gaat gebeuren. Dat is menselijk.
Er is nog iets.
Op onze psycho-markt staan allerlei kramen.
Kramen die ‘verwerking’ aanbieden.
Kramen die ‘loslaten’ verkopen.
Kramen met allerlei vormen van ‘omgaan met’ in de uitverkoop.
Als je op die markt rondloopt, zou je vergeten dat alle ervaringen toch steeds opnieuw kunnen wakker worden, hoeveel je ook gekocht hebt van die marktkramers.
(‘Eens je iets geleerd hebt, verdwijnt dat nooit echt’, zei mijn oude prof leerpsychologie, Paul Eelen, een keer. Met dat ‘leren’ bedoelde hij niet het proberen-leren van de student maar het leren dat ons organisme doet door dingen te ervaren.)
Telkens een slachtofferschapservaring wakker wordt, doet dat opnieuw pijn. Je kan er op dat ogenblik niet aan ontsnappen. Je beseft dan – terecht – dat je er – alweer en ten onrechte – de gevolgen van ondervindt.
Oefenen
Laten we onszelf maar wat oefenen in luisteren naar getuigenissen over slachtoffer-ervaringen.
Naar zelfmedelijden.
Naar zelfbeklag.
Zeg niet: ‘Hij wentelt zich in een slachtofferrol’.
Zeg: ‘Hij vertelt over pijnlijke ervaringen’.
Zeg niet: ‘Zij wentelt zich in zelfmedelijden’.
Zeg: ‘Ze durft stilstaan bij hoeveel pijn dit haar doet’.
Zeg niet: ‘Hij doet aan zelfbeklag’.
Zeg: ‘Hij klaagt aan dat …’
(Misschien kunnen we ook wat oefenen in zelfmedelijden, in inzitten met onszelf, in uitdrukken dat we het spijtig vinden dat we dit en dat meegemaakt hebben, dat dit en dat ons pijn doet.)
Wij hebben tradities in het uitdrukken van slachtoffer-ervaringen. Er zijn klaagliederen, levensliederen, fado, blues waarin we pijn, onrecht, onmacht de plek geven die het in ons aller leven ook echt inneemt. Muziek draagt ons daarbij.
My brother was taken up for my mother, and a police officer shot him down
My brother was taken up for my mother, and a police officer shot him down
I can’t help but to sit down and cry sometime
Think about how my poor brother lost his life
(J.B. Lenoir – Alabama Blues)
Zelfmedelijdende groeten,
Johan Van de Putte
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
Eckhart Tolle spreekt in zijn boek ‘Een nieuwe aarde’ over het ‘pijnlichaam’ dat kan worden getriggerd.
Hij bedoelt daarmee de pijnbeleving die in ons lichaam verankerd onopgemerkt kan blijven sluimeren na een pijnlijke ervaring. Door schijnbaar onschuldige gebeurtenissen kan dat ‘pijnlichaam’ plots weer helemaal wakker worden als het erdoor wordt getriggerd. Het kan dan heftige emotionele reacties opwekken die niet in proportie zijn tot wat er op dat ogenblik aanleiding toe geeft. De persoon in kwestie en de omgeving kunnen er compleet door worden verrast en begrijpen eerst helemaal niet waar die heftigheid zo plots vandaan komt. Pas als de betrokkene goed nadenkt waar zulke gevoelens nog ooit een rol hebben gespeeld, komt de link met toestanden uit het verleden aan het licht. Dat is een nieuwe kans om onverwerkte geleden pijn alsnog te helpen verwerken.
Een eerste inzicht kan zijn dat ik -als hulp,- of dienstverlener niet verantwoordelijk ben voor het leven van de ander. Dit besef verlicht en helpt me dieper door te vragen in mijzelf.
Wat verwacht ik van mijzelf ten aanzien van die ander? Wat denk ik dat die ander van mij verwacht? Wat verwacht mijn organisatie en wat verwacht de maatschappij? En hoe vertaal ik die verwachting naar mijzelf?
Deze open nieuwsgierigheid naar mezelf en de opbrengsten daaruit, helpen me nieuwsgierig te zijn naar anderen wat me helpt zicht te krijgen op die ander en zijn of haar opbrengsten.
Het is niet veel meer dan vanuit die opbrengsten de ander bevragen op wat hier nu op het spel staat en wat eventueel gedaan kan worden. (Presentie)
Hoe tragisch is het, dat in het verliezen van het contact met mijzelf ik de nieuwsgierigheid naar of verwondering over de ander ook kwijtraak?
Waw, wat een mooie tekst! Ik had graag dat essay van Baart gelezen. Kan ik dat ergens op papier vinden? (of op het grote net)
ik mail het je, Sarah.