Maak jij notities tijdens de helpende gesprekken die je voert?
Ik noteer vrij uitgebreid. Wat doe ik daar zoal mee?
- Noteren helpt me om zorgvuldig te luisteren: naar de woorden en uitdrukkingen van mijn gesprekspartner.
Voordeel? Zo kan ik die ook teruggeven (ipv ze te vervangen door die van mij). Ik voel veel voor het respecteren van de taal van de persoon in de cliëntpositie. Ondanks het feit dat ik, samen met zovele collega’s, geleerd heb dat ‘papegaaien’ minderwaardig zou zijn aan ‘parafraseren’. Steve de Shazer, Insoo Kim Berg en Michael White – grote meneren en madammen als het gaat over helpende gesprekken – waren zorgvuldige papegaaien.
- Kort voor het gesprek neem ik de notities van het vorige gesprek door. En?
Ik ben snel weer mee met de ervaringen, initiatieven, inzichten, evoluties… waar we het de vorige keer over gehad hebben.
Ik lees met nieuwe ogen wat de persoon me gezegd heeft. Ik onderstreep, omcirkel, omkader woorden en uitdrukkingen. Nieuwe vragen komen op (die ik erbij schrijf).
- In het begin van ons gesprek stel ik vaak voor om enkele dingen aan te halen uit mijn notities van het vorige gesprek. En ik zeg misschien iets over de vragen die ondertussen opgekomen zijn. Waarom?
Dit geeft de ander meer de kans om bepaalde thema’s opnieuw op te nemen. Zij of hij kan zich nu makkelijker recente ervaringen herinneren die passen bij sommige van die thema’s.
Ik denk dat mijn nieuwsgierigheid naar verdere stappen (in de lijn van een eerdere stap), of hoe een bepaald besef of inzicht misschien wel tot uiting gekomen is sinds het vorige gesprek, kan bijdragen tot de levensvatbaarheid en verdere ontwikkeling van bepaalde thema’s, evoluties en gerichtheden in iemands leven.
- In de loop van het gesprek ga ik in mijn notities van het lopende gesprek zoeken naar de precieze uitdrukking die de persoon eerder in het gesprek gebruikt heeft. Alweer
om nadrukkelijk niet te ver-talen (in mijn taal), en
om het mogelijk te maken dat de ander hoort wat hij gezegd heeft, zodat minder verloren gaat, voor hem. Want al sprekende gaat zoveel verloren voor de spreker.
- Of ik grabbel naar notities van een vorig gesprek omdat iets me doet denken aan wat mijn gesprekspartner vroeger gezegd heeft.
En zo kan mijn gesprekspartner een rode draad gaan ervaren tussen iets van nu en iets van eerder: tussen ervaringen die zij nog niet gelinkt heeft met elkaar.
- Ik ga soms nadrukkelijk neerschrijven wat de ander zegt: ik zeg het dan tegelijkertijd luidop op het tempo dat ik het schrijf. Op dat moment ben ik een klerk, secretaris of griffier die belangrijke ideeën, woorden, inzichten, intenties op schrift stelt of boekstaaft.
Zo bevestig ik de waarde ervan en ik draag bij tot een waarmerken van het inzicht of voornemen. De vertraging die dit geeft, is geen verlies. Integendeel: wat belangrijk is gaat net niet verloren in een blijven spreken. Het krijgt ruimte en tijd. Een wijnproever gaat ook niet snel-snel het ene glas na het andere naar binnen gieten.
- Ik schrijf tijdens het gesprek op het whiteboard woorden, ervaringen, inzichten op. Daar kijken we naar. Nieuwe associaties, herinneringen, ideeën komen op. We blijven schrijven. Ook over contrasterende ervaringen: bv een moment van radeloosheid én een van ontroering. Of de effecten van schuldgedachten én een aantal feiten die dit tegenspreken. We maken foto’s van het whiteboard. Ik mail de foto’s door. Ik ben op dat idee gekomen door Art Fisher, een Canadese meneer die mannen helpt die geweld inzetten tegen gezinsleden. Ook Maggie Carey, een Australische mevrouw die verder werkt op de inspiratie van Michael White, is een grote fan van het werken met een whiteboard. Ik heb de indruk dat dit vele kostbare dingen geeft:
Dat er meer reflectiemogelijkheden ontstaan.
Iets met het samen kijken naar het bord (vs het kijken naar elkaar).
Dat er minder verloren gaat.
De mogelijkheid om heel verschillende ervaringen tegelijkertijd te overschouwen, naast elkaar.
Mensen lijken een relatie aan te gaan met bepaalde ’stukken’ op het bord. Ze verwijzen er nadien naar: ‘ik dacht toen aan … (een zin of uitdrukking op het bord)’.
Mensen staan soms spontaan op om je stift over te nemen en te schrijven, veranderen, verbinden.
- Je kan je gesprekspartner vragen of het nuttig zou zijn om bepaalde dingen uit het gesprek op te schrijven. Welke dan? Wanneer zou het zinnig zijn om dat te lezen? Welk effect zou dat kunnen hebben?
- En wat vind je van het idee om naast elkaar te zitten tijdens het schrijven zodat je gesprekspartner mee volgt tijdens het schrijven?
Noteer jij ook?
Hoe laat jij dat werken voor je helpende gesprekken?
Heb jij zin om hier iets mee te doen?
Johan Van de Putte
PS Michael White vroeg steeds toestemming om notities te maken. En hij vertelde de mensen die hem consulteerden dat zij de eigenaar waren van die notities: het zijn immers haar/zijn woorden. Ik neem me voor om dit terug systematisch duidelijk te maken.
PPS Ik herinner me een mevrouw die bij het einde van onze reeks gesprekken die notities wou meenemen. Heb ik ook gedaan. Raar gevoel. Het voelde ook juist.
PPPS Een reactie op dit artikel vind je in extreem letterlijk noteren…
[Via ‘Buy me a coffee’ kan je een kleine bijdrage geven om dit blog te steunen.]
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?
opnieuw echt zinvolle bedenkingen, het doet zo goed om even te kunnen reflecteren , mijn manier van werken onder de loep te nemen, na te denken over wat in vraag gesteld wordt…
Toestemming vragen om notities te maken, vind ik zo mooi: respectvol, en zet de woorden vd Kl nog meer in hun waarde/ waarheid.
Ook bij de vraagstelling naar iets nuttigs om op te schrijven, dient de Kl over het gezegde na te denken en naar inhoud te schatten.
‘k Ga mijn white board nog eens bovenhalen, nieuwe dynamiek, ook voor mezelf.
ik vond het een erg waardevolle reflectie over noteren in therapie en het gebruik van notities. De toestemming vragen om te noteren ga ik terug aanhalen, voor de rest was de tekst vooral een bevestiging van mijn huidige manier van omgaan met notities in de therapie. Die bevestiging deed me deugd omdat het huidige beleid in de CGG’s me het soms moeilijk maakt. Misschien hebben jullie voor mij nog tips hoe ik de manier van werken met notities ( zoals in de tekst van Johan beschreven ) kan verzoenen met de eis dat er van elk gesprek een verslag in het elektronisch patiëntendossier ( EPD ) staat. Nu worstel ik met de ‘verloren’ tijd die dat met zich meebrengt om na het gesprek nog eens een verslag te maken in het EPD. Ik slaag er ook niet in om dat verslag kort en bondig te maken omdat ik me dan teveel verwijder van de woorden van de cliënt. Suggesties zijn echt welkom!!
Dag Bregje, ik heb er zelf nu snel enkele verschillende gedachten over. Ik heb er niet echt over nagedacht. (dat laat ik aan jou over 🙂 )
Gedachte 1 is dat jouw overleven natuurlijk belangrijk is, en in het licht daarvan denk ik dat een optie is om soms iets te schrijven als ‘gesprek over thuis’. Je hebt iets geschreven, je bent er weinig tijd aan kwijt, je hebt Caesar gegeven wat Caesar toekomt, … en je cliënt heeft er natuurlijk niks aan.
Gedachte 2 is dat je je afvraagt, achteraf, wat je had kunnen vragen of zeggen, je hebt er niet aan gedacht maar nu dus wel, en je schrijft dus ‘wat ik vergeten vragen/zeggen ben = …’ en dat breng je in het volgende gesprek in. Je hebt iets geschreven, het is wel niet helemaal wat bedoeld is met je ‘schrijfplicht’ maar ik vermoed dat je baas daar niet om maalt, zolang er maar iets in staat, én: het is verdorie nuttig voor de cliënt!
Gedachte 3: je vraagt jezelf af: ‘wat vond ik nu heel belangrijk in dit gesprek?’ en dat schrijf je neer. Dat breng je de volgende keer in. En je vraagt wat je gesprekspartner daarvan vindt. Misschien vraag je eerst je gesprekspartner wat zij/hij belangrijk vond.
Opnieuw inspirerend en deugddoend om te lezen. Het stukje rond papegaaien en parafraseren laat me me nu minder schuldig voelen als ik “papegaai” op een moment dat scherpzinnigheid en of inspiratie mij ontbreekt om iets extra te kunnen toevoegen aan wat door de cliënt gezegd is.
Dag Johan
bedankt voor je helpende reactie. ik was ook wel ontroerd over het stukje rond ‘ overleven’ 🙂
ik neem de ideeën mee in mijn verplichte verslaggeving en probeer er zingeving aan toe te voegen!