- Je kijkt anders naar iets.
- Je reageert anders.
- Je denkt anders.
- Je doet iets dat voor jouw doen ongewoon is.
Mijn kijk op PTSS (Posttraumatische Stress-Stoornis), rouw en depressie is veranderd door gesprekken met een papa en een mama. Een kind van hen had een einde gemaakt aan zijn leven. Teveel en te lang onrechtvaardigheid op school.Door wat zij met me gedeeld hebben, ben ik dingen gaan inzien.Dat het geven van een diagnose zoals PTSS, gecompliceerde rouw, depressie, … niet per se bijdraagt tot erkenning en hoop. Dit soort woorden was door hen ervaren als een aanfluiting van de waarde van hun kind en hun relatie ermee. Als een miskenning van de (niet breed erkende) onrechtvaardigheden die hun kind ertoe gedreven hadden om zijn leven los te laten. Als een trivialiseren van de impact die dit op hun leven had.Dat in die woorden (‘PTSS’, ‘gecompliceerde rouw’, ‘depressie’) een oproep vervat zit: tot ‘verwerken’, ‘tot succesvol rouwen’, ‘tot herstellen van depressie’.Dat er iets in die oproep zat dat hun lijden groter maakte.Dat die woorden, concepten en de veronderstellingen die er aan vast zitten hulpverleners aanzetten tot gesprekken en voorstellen die hen nog meer isoleerden.
- iemand heeft de hoop op een beter leven niet losgelaten heeft ondanks veel dat die hoop ontmoedigde.
- iemand is bepaalde waarden trouw gebleven ondanks weinig steun hiervoor.
- het rijke en diepe van de band die iemand heeft met een ander (zelfs al is die persoon biologisch niet meer in leven).
- wat een (op het eerste gezicht ‘gewoon’) gebaar – zoals een uitdrukking van erkenning, van steun, van waardering, van solidariteit – kan betekenen voor iemand.
Wanneer een autobestuurder remt om me het zebrapad te laten oversteken, krijgt die steeds een bedankje. Steeds is er die associatie met die ethisch gevoelige meneer, met wie ik helpende gesprekken gehad heb. Ooit zei hij me iets over dit soort oversteeksituaties. Hij mijmerde toen luidop: was dit misschien wel het hoogste dat we kunnen doen om de wereld een beetje te verbeteren? Iemand bedanken voor het opschorten – eventjes – van zijn eigenbelang, zodat dat die daar wat plezier kon in scheppen: en dat die geneigd zou zijn om dat nog eens te doen?
De eenrichtingskijk
Hulpverlener => cliënt.Hulpverlener zet kunnen/kennen/betrokkenheid in => positieve invloed op leven van cliënt.Eenrichting.
Een jonge vrouw – jaren geleden – vertelde me over de betekenisvolle band die ze gehad had met een grootvader van haar. Bijzonder was dat haar grootvader al gestorven was toen zij geboren werd. Zijn partner – haar oma dus – was haar (ge)liefde trouw levenslang trouw gebleven en introduceerde alle mensen die op haar pad kwamen tot haar man. Natuurlijk ook haar kleindochter. Zo wist deze van piepjong af dat haar opa haar heel graag zou gezien hebben en dit was voor haar een doorleefde realiteit. Eén waar ze steun uit putte toen haar leven recent overhoop gehaald was.
Was het kort na dit gesprek dat ik mijn zoontje iets vertelde over wat mijn papa (die hij nooit persoonlijk gekend heeft) volgens mij leuk aan hem zou gevonden hebben? En over wat voor opa hij zou geweest zijn?
- Welke invloed hebben de gesprekken en contacten met deze persoon op mij en mijn leven (gehad)?
- Hoe heeft dit gesprek mijn leven verrijkt?
- Hoe ben ik niet meer helemaal dezelfde na dit contact?
- Wat heb ik geleerd? Bv over het leven, over wat ertoe doet, over wat moed is, over …
Zo wordt veel van waarde gemist. We geven geen betekenis aan de rimpelingen in ons leven van deze ontmoetingen.Zo lopen we kansen mis op kostbare ontdekkingen. Kansen op ontwikkeling als mens en als hulpverlener.
En bij die eenrichtingskijk komt soms nog iets extra bij. Soms worden cliënten ook nog eens voorgesteld als vooral een bron van burnout: met al hun problemen en crisissen en kwetsbaarheden en behoeften. Je krijgt er een advies bij: ‘Bescherm je! Begrens je!’
Michael White plaatste vraagtekens bij de eenrichtingskijk. Hij vroeg zich af of die net niet bijdraagt tot de kwetsbaarheid van therapeuten voor burn-out.
Omdat die hen bijziend maakt.
Omdat die hen niet aanmoedigt om op te merken hoe de ontmoetingen hun leven rijker maken en voeden.
Hoe is mijn leven anders dankzij het feit dat mensen hun hart openen voor mij?
Nooit zal ik vergeten hoe een mama – op mijn uitnodiging – haar pas overleden zoontje aan me voorstelde. Ze bracht voor me in reliëf wat voor jongetje hij geweest was. Wat hij graag gedaan had. Wat anderen bijzonder aan hem gevonden hadden. En ze vertelde me wat voor mama ze voor hem had proberen zijn, en wat voor relatie ze met elkaar gehad hadden. Wanneer en hoe ze hem dicht bij zich voelde. Welke plaats ze hem verder in haar en hun leven wilde geven. Nog veel meer en ontroerende dingen. Toen ik haar op het einde van het gesprek begon te bedanken voor wat ik ervaren had als niet vanzelfsprekend, als ‘ne cadeau’ besefte ik dat mijn leven verrijkt was dankzij de ontmoeting met dat jongetje dat ik nooit fysiek zou ontmoeten. Ik heb dat ook uitgedrukt.
Hoe heeft dit gesprek me in staat gesteld om enkele jaren later een groep ouders toe te spreken met allemaal een kind gestorven ten gevolge van kanker? En om anders te luisteren naar 2 ouders die me achteraf voorstelden aan hun baby, wiens hoofdje getatoeëerd stond op hun voorarm?
Is het denkbaar dat er rimpelingen van dit gesprek overgelopen zijn in mijn leven? In mijn relatie tot de sterfelijkheid van mijn kinderen?
Hoe meer mensen je ontmoet, hoe meer mensen je als hulpverlener kan ‘oproepen’.
Je therapeutisch repertoire wordt meerstemmiger en je aanwezigheid wordt veelvoudiger, met de stemmen en de aanwezigheden van mensen die je vroeger ontmoet hebt.
Stel: iemand vertelt je dat zijn beroep met zich meebrengt dat hij vaak op reis gaat, met verschillende mensen, in gebieden die nieuw zijn voor hem en hen. Hij weet op voorhand nooit wat ze gaan meemaken.
Stel: je zou hem vragen of die avonturen en ervaringen een invloed hebben op zijn leven?
Zeg nooit zomaar kat tegen een kat. Een mevrouw – alleenstaande mama van een zoon – vond het belangrijk om voor haar zoon een thuis te bieden waar hij zich steeds welkom voelde. In een gesprek waarin we verkenden waar zij dit opgepikt had, en ook de vaardigheden die ze inzette om dit waar te maken, botsten we eerst op haar overheersende ervaring van het omgekeerde toen ze zelf kind was. Toen ze verder zocht, herinnerde ze zich de huiskat, en hoe die haar als kind verwelkomde en een warm gevoel gaf door tegen haar benen aan te komen wrijven en op haar schoot te komen liggen.
Zou ik de bijdrage van onze katten aan ons leven op net dezelfde manier kunnen waarderen zonder dit gesprek?
Dat is nu zo een van die dingen die je leert wanneer je het voorrecht hebt dat mensen je consulteren rond levenskwesties: je gaat beseffen dat het leven alle richtingen uit kan gaan en dat je niet kan weten hoe je het er vanaf gaat brengen wanneer ‘things get tough.’
- Hoe is deze persoon in staat om dit te doen?
- Waar haalt zij de moed (der wanhoop), de volharding, de bereidheid… vandaan om deze stappen te zetten?
- Waarom is dit zo belangrijk voor hem/haar?
Transparant?
Een mevrouw zegt me: ‘Ik wil leren. Ik wil inspiratie.’Er is iets met hoe ze dat zegt. Ze overtuigt me. Het klinkt na in mijn hoofd. Het achtervolgt me, de dagen nadien.Ik besef dat ik dit ook belangrijk vind. En dat dit nu – op korte termijn – meer ruimte wil geven in mijn leven.Het gesprek erna zeg ik er iets van.
We praten over een moment van denken aan zelfmoord. Ze drukt uit hoe kritisch ze toen keek naar dingen uit haar leven die ze anders de moeite waard vindt. Maar het is geen flauwekul, dat kritische kijken. Het heeft ook wel iets. No-bullshit. Cut-the-crap. En ze vertelt over die kant van haar. En ook het kostbare daarvan.Dag nadien. Ik denk eraan terug. Er kriebelt iets. Dat is wel wat: een daadkracht en scherpte die komaf maakt met illusies. En ik beslis ineens om een hoop papieren die al jaren aan het opstapelen zijn, weg te smijten. Een week erna neem ik mijn mail-inbox onder handen. In no time is hij leeg. Weer denk ik aan datgene dat in dat gesprek gebeurd is.Zeg ik haar daar de volgende keer iets van?
‘Het heeft me deugd gedaan om in contact te komen met je eerlijkheid, je snelle gezond verstand, de manier waarop je met mensen omgaat en wat mensen daar aan hebben, je respect voor kinderen, je openheid, je gezonde koppigheid, je verlangen naar geluk, je wil om uit het leven te halen wat er in zit, je levenskracht, je wijsheid. Dat iemand van 25 jaar, met zo’n stuk pijn in de levensgeschiedenis, blijk kan geven van zoveel wijsheid, heeft mij geraakt en geleerd dat wijsheid niets met leeftijd te maken heeft.’
Enkele helpende vragen
Nieuwsbrief
Een mailtje na een nieuw artikel?