Soms maak je iets mee en besef je dat je leven niet meer helemaal hetzelfde zal zijn.
Soms besef je dat je veranderd bent:
  • Je kijkt anders naar iets.
  • Je reageert anders.
  • Je denkt anders.
  • Je doet iets dat voor jouw doen ongewoon is.
Ik vraag me dan af hoe dat komt.
 
Mijn kijk op PTSS (Posttraumatische Stress-Stoornis), rouw en depressie is veranderd door gesprekken met een papa en een mama. Een kind van hen had een einde gemaakt aan zijn leven. Teveel en te lang onrechtvaardigheid op school.Door wat zij met me gedeeld hebben, ben ik dingen gaan inzien.
Dat het geven van een diagnose zoals PTSS, gecompliceerde rouw, depressie, … niet per se bijdraagt tot erkenning en hoop. Dit soort woorden was door hen ervaren als een aanfluiting van de waarde van hun kind en hun relatie ermee. Als een miskenning van de (niet breed erkende) onrechtvaardigheden die hun kind ertoe gedreven hadden om zijn leven los te laten. Als een trivialiseren van de impact die dit op hun leven had.
Dat in die woorden (‘PTSS’, ‘gecompliceerde rouw’, ‘depressie’) een oproep vervat zit: tot ‘verwerken’, ‘tot succesvol rouwen’, ‘tot herstellen van depressie’.
Dat er iets in die oproep zat dat hun lijden groter maakte.
Dat die woorden, concepten en de veronderstellingen die er aan vast zitten hulpverleners aanzetten tot gesprekken en voorstellen die hen nog meer isoleerden.
 
Zo’n 25 jaar probeer ik iets te betekenen voor mensen wiens leven overschaduwd wordt door soms grote moeilijkheden, zorgen, toestanden.
Die gesprekken hebben effecten op mij. Op mijn werk. Op mijn leven.
 
In 2005 zat ik in een workshop van Michael White. Ik wist het direct. Mijn werk zou nooit meer hetzelfde zijn. Mijn leven: niet meer hetzelfde.
Twee jaar later: Ik – gedragstherapeut, opleider en supervisor gedragstherapie – zit in Australië voor een jaaropleiding narratieve therapie bij Michael White.
De gesprekken veranderen. Op veel manieren.
Een grotere en meer heldere en rijkere focus op wat kostbaar is voor mensen.
De levensverhalen die mensen me vertellen worden rijker. En daardoor potenter.
 
Dit maakt me getuige van veel dat me raakt. En het raakt me dieper dan vroeger.
Bijvoorbeeld:
  • iemand heeft de hoop op een beter leven niet losgelaten heeft ondanks veel dat die hoop ontmoedigde.
  • iemand is bepaalde waarden trouw gebleven ondanks weinig steun hiervoor.
  • het rijke en diepe van de band die iemand heeft met een ander (zelfs al is die persoon biologisch niet meer in leven).
  • wat een (op het eerste gezicht ‘gewoon’) gebaar – zoals een uitdrukking van erkenning, van steun, van waardering, van solidariteit – kan betekenen voor iemand.
Wanneer een autobestuurder remt om me het zebrapad te laten oversteken, krijgt die steezebrapadds een bedankje. Steeds is er die associatie met die ethisch gevoelige meneer, met wie ik helpende gesprekken gehad heb. Ooit zei hij me iets over dit soort oversteeksituaties. Hij mijmerde toen luidop: was dit misschien wel het hoogste dat we kunnen doen om de wereld een beetje te verbeteren? Iemand bedanken voor het opschorten – eventjes – van zijn eigenbelang, zodat dat die daar wat plezier kon in scheppen: en dat die geneigd zou zijn om dat nog eens te doen?

De eenrichtingskijk

Hoe wordt de (correcte) relatie tussen hulpverlener en de persoon in de cliëntpositie vaak voorgesteld?
Hulpverlener => cliënt. 
Hulpverlener zet kunnen/kennen/betrokkenheid in => positieve invloed op leven van cliënt.

Eenrichting.

Een therapeut die zou rondbazuinen: ‘Mijn leven is veranderd door mijn ontmoetingen met cliënt X!’…
… zou de verdenking op zich kunnen laden: ‘Een probleem met het handhaven van gepaste, professionele grenzen?’
Een jonge vrouw – jaren geleden – vertelde me over de betekenisvolle band die ze gehad had met een grootvader van haar. Bijzonder was dat haar grootvader al gestorven was toen zij geboren werd. Zijn partner – haar oma dus – was haar (ge)liefde trouw levenslang trouw gebleven en introduceerde alle mensen die op haar pad kwamen tot haar man. Natuurlijk ook haar kleindochter. Zo wist deze van piepjong af dat haar opa haar heel graag zou gezien hebben en dit was voor haar een doorleefde realiteit. Eén waar ze steun uit putte toen haar leven recent overhoop gehaald was.

Was het kort na dit gesprek dat ik mijn zoontje iets vertelde over wat mijn papa (die hij nooit persoonlijk gekend heeft) volgens mij leuk aan hem zou gevonden hebben? En over wat voor opa hij zou geweest zijn?

Deze eenrichtingsmanier-van-voorstellen, wat voor effecten heeft die?
Eén effect is dat hulpverleners zich niet aangemoedigd voelen om stil te staan bij vragen als:
  • Welke invloed hebben de gesprekken en contacten met deze persoon op mij en mijn leven (gehad)?
  • Hoe heeft dit gesprek mijn leven verrijkt?
  • Hoe ben ik niet meer helemaal dezelfde na dit contact?
  • Wat heb ik geleerd? Bv over het leven, over wat ertoe doet, over wat moed is, over …

Zo wordt veel van waarde gemist. We geven geen betekenis aan de rimpelingen in ons leven van deze ontmoetingen.Zo lopen we kansen mis op kostbare ontdekkingen. Kansen op ontwikkeling als mens en als hulpverlener.

En bij die eenrichtingskijk komt soms nog iets extra bij. Soms worden cliënten ook nog eens voorgesteld als vooral een bron van burnout: met al hun problemen en crisissen en kwetsbaarheden en behoeften. Je krijgt er een advies bij: ‘Bescherm je! Begrens je!’

Michael White plaatste vraagtekens bij de eenrichtingskijk. Hij vroeg zich af of die net niet bijdraagt tot de kwetsbaarheid van therapeuten voor burn-out.

Omdat die hen bijziend maakt.bijziend

Omdat die hen niet aanmoedigt om op te merken hoe de ontmoetingen hun leven rijker maken en voeden.

Omdat die het hen moeilijker maakt om betekenis te geven aan deze ervaringen. Om erover te spreken. Om ze voller en genuanceerd te ontwikkelen.
En omdat die ontkent dat wij niet enkel ‘ingrijpen’ maar ook getuige zijn.

Hoe is mijn leven anders dankzij het feit dat mensen hun hart openen voor mij?

Die vraagtekens hebben voor mij een deur geopend naar ‘iets anders’.
Wat voor waardevolle dingen (des mensen en des levens) heb ik geleerd dankzij de openhartigheid en het vertrouwen dat mensen in de cliëntpositie opgebracht hebben t.o.v. mij?
Dingen die ik niet geleerd heb tijdens mijn studie psychologie, in psychotherapieopleidingen en ook niet in professionele boeken van geleerde mensen.
Dat iemand zijn hart voor me opent. Dat iemand me in vertrouwen neemt. Wat betekent dit voor mij, als mens? Welke effecten heeft dat op me, later die dag? Later die week?
Mensen in de cliëntpositie stellen ons voor aan belangrijke figuren uit hun leven. Zo ontmoeten wij die ook. Wat zijn de rimpelingen van die ontmoetingen in ons werk en ons leven?
Nooit zal ik vergeten hoe een mama – op mijn uitnodiging – haar pas overleden zoontje aan me voorstelde. Ze bracht voor me in reliëf wat voor jongetje hij geweest was. Wat hij graag gedaan had. Wat anderen bijzonder aan hem gevonden hadden. En ze vertelde me wat voor mama ze voor hem had proberen zijn, en wat voor relatie ze met elkaar gehad hadden. Wanneer en hoe ze hem dicht bij zich voelde. Welke plaats ze hem verder in haar en hun leven wilde geven. Nog veel meer en ontroerende dingen. Toen ik haar op het einde van het gesprek begon te bedanken voor wat ik ervaren had als niet vanzelfsprekend, als ‘ne cadeau’ besefte ik dat mijn leven verrijkt was dankzij de ontmoeting met dat jongetje dat ik nooit fysiek zou ontmoeten. Ik heb dat ook uitgedrukt.

Hoe heeft dit gesprek me in staat gesteld om enkele jaren later een groep ouders toe te spreken met allemaal een kind gestorven ten gevolge van kanker? En om anders te luisteren naar 2 ouders die me achteraf voorstelden aan hun baby, wiens hoofdje getatoeëerd stond op hun voorarm?

Is het denkbaar dat er rimpelingen van dit gesprek overgelopen zijn in mijn leven? In mijn relatie tot de sterfelijkheid van mijn kinderen?

Hoe meer mensen je ontmoet, hoe meer mensen je als hulpverlener kan ‘oproepen’.

Je therapeutisch repertoire wordt meerstemmiger en je aanwezigheid wordt veelvoudiger, met de stemmen en de aanwezigheden van mensen die je vroeger ontmoet hebt.

Stel: iemand vertelt je dat zijn beroep met zich meebrengt dat hij vaak op reis gaat, met verschillende mensen, in gebieden die nieuw zijn voor hem en hen. Hij weet op voorhand nooit wat ze gaan meemaken.

Stel: je zou hem vragen of die avonturen en ervaringen een invloed hebben op zijn leven?

Antwoord: ‘Ja, natuurlijk, de ontmoetingen met de mensen, de relaties die je aangaat, de welkome en de niet-welkome verrassingen, wat je leert, … dat alles (en meer) heeft een grote invloed op je leven’.
Zou dit jou verrassen?
Is het werk van een hulpverlener die helpende gesprekken probeert te hebben niet hetzelfde?
Zeg nooit zomaar kat tegen een kat. Een mevrouw – alleenstaande mama van een zoon – vond het belangrijk om voor haar zoon een thuis te bieden waar hij zich steeds welkom voelde. In een gesprek waarin we verkenden waar zij dit opgepikt had, en ook de vaardigheden die ze inzette om dit waar te maken, botsten we eerst op haar katoverheersende ervaring van het omgekeerde toen ze zelf kind was. Toen ze verder zocht, herinnerde ze zich de huiskat, en hoe die haar als kind verwelkomde en een warm gevoel gaf door tegen haar benen aan te komen wrijven en op haar schoot te komen liggen.

Zou ik de bijdrage van onze katten aan ons leven op net dezelfde manier kunnen waarderen zonder dit gesprek?

Ik heb 6 jaar gewerkt op een psychiatrische afdeling voor mensen die zich op angst- en/of depressieterrein bevonden. Ik heb toen vele mensen ontmoet die erg leden. Beroofd van hun vermogen om creatief te denken, om hoop te ervaren, om initiatieven te nemen.
Ik vroeg me vaak af of ik in staat zou zijn om – in gelijkaardige omstandigheden – mezelf op de been te houden, om mezelf in leven te houden, om dingen uit te proberen, om een sprankeltje hoop te durven koesteren.
Dat is nu zo een van die dingen die je leert wanneer je het voorrecht hebt dat mensen je consulteren rond levenskwesties: je gaat beseffen dat het leven alle richtingen uit kan gaan en dat je niet kan weten hoe je het er vanaf gaat brengen wanneer ‘things get tough.’
Ik weet het niet. Misschien dat de herinneringen aan sommigen me – mocht het zover komen – wat steun en inspiratie gaan geven: herinneringen aan hen als persoon, herinneringen aan stappen die ze gezet hebben. Tegen sommigen heb ik dat op het einde van onze reeks gesprekken ook gezegd.
Ik heb in die periode ook soms mensen aangemoedigd om angsten te trotseren. Angsten die bijna alle levensruimte hadden ingenomen. Ik steunde dan op gedragstherapeutische ideeën en praktijken om hen te navigeren naar terug wat meer levensvrijheid.
Ik vroeg me vaak – ook luidop – af: ‘Johan, zou jij de moed kunnen opbrengen om op deze manier een angst te trotseren die  zoveel impact op jouw leven uitoefent’?
Eén effect van deze vraag was dat het mijn nieuwsgierigheid aanwakkerde:
  • Hoe is deze persoon in staat om dit te doen?
  • Waar haalt zij de moed (der wanhoop), de volharding, de bereidheid… vandaan om deze stappen te zetten?
  • Waarom is dit zo belangrijk voor hem/haar?
Dit gaf soms aanleiding tot een gesprek dat haar verder bracht. Mij ook.
 

Transparant?

Ik vraag me de laatste tijd af: Is het wel zo koosjer om die effecten op jouw leven 100% voor jou te houden? Zodat de persoon in de cliëntpositie in de illusie blijft dat hij/zij 100% in de ontvangende positie zit?
Natuurlijk moeten in de therapeutische ontmoeting de personen in de cliëntpositie centraal staan, en de mensen die van belang zijn voor hen.
Niet de persoon van de therapeut.
Maar is het ethisch wel zo smetteloos om te doen – voor onszelf en de personen die ons consulteren – alsof alle echte invloed in 1 richting gaat?
     Een mevrouw zegt me: ‘Ik wil leren. Ik wil inspiratie.’
     Er is iets met hoe ze dat zegt. Ze overtuigt me. Het klinkt na in mijn hoofd. Het achtervolgt me, de dagen nadien.
     Ik besef dat ik dit ook belangrijk vind. En dat dit nu – op korte termijn – meer ruimte wil geven in mijn leven. 
     Het gesprek erna zeg ik er iets van.
 
Is het mogelijk om de persoon een centrale plek te geven maar ook transparant te zijn over het feit dat ons werk en ons leven geraakt wordt door deze ontmoetingen?
Dat je nog gedacht hebt aan iets dat de persoon gezegd heeft.
Dat iets gedaan hebt doordat je iets bent gaan beseffen, dankzij de persoon.
Dat je iets geleerd, de vorige keer.
We praten over een moment van denken aan zelfmoord. Ze drukt uit hoe kritisch ze toen keek naar dingen uit haar leven die ze anders de moeite waard vindt. Maar het is geen flauwekul, dat kritische kijken. Het heeft ook wel iets. No-bullshit. Cut-the-crap. En ze vertelt over die kant van haar. En ook het kostbare daarvan.
Dag nadien. Ik denk eraan terug. Er kriebelt iets. Dat is wel wat: een daadkracht en scherpte die komaf maakt met illusies. En ik beslis ineens om een hoop papieren die al jaren aan het opstapelen zijn, weg te smijten. Een week erna neem ik mijn mail-inbox onder handen. In no time is hij leeg. Weer denk ik aan datgene dat in dat gesprek gebeurd is.
Zeg ik haar daar de volgende keer iets van?
Voegt dat iets toe? Voor haar? Voor mij?
 
Een therapeutische praktijk die me dierbaar geworden is, bestaat eruit dat ik soms een document creëer voor de persoon in de cliëntpositie. Bijvoorbeeld een brief over belangrijke ontwikkelingen in het leven van de persoon en over de nieuwe conclusies over wie hij (ook) is en waar zijn leven over gaat. In de hoop dat dit bijdraagt aan de ervaring van echtheid, het belang en de authenticiteit van deze ontwikkelingen en inzichten.
Ik heb daarin wel eens iets geschreven over de effecten van de gesprekken op mijn leven.
‘Het heeft me deugd gedaan om in contact te komen met je eerlijkheid, je snelle gezond verstand, de manier waarop je met mensen omgaat en wat mensen daar aan hebben, je respect voor kinderen, je openheid, je gezonde koppigheid, je verlangen naar geluk, je wil om uit het leven te halen wat er in zit, je levenskracht, je wijsheid. Dat iemand van 25 jaar, met zo’n stuk pijn in de levensgeschiedenis, blijk kan geven van zoveel wijsheid, heeft mij geraakt en geleerd dat wijsheid niets met leeftijd te maken heeft.’
 

Enkele helpende vragen

In de loop van de jaren ben ik deze effecten sneller en rijker gaan ervaren.
Dit heeft oa te maken met enkele vragen die ik mezelf stel. Vragen die ik niet zelf uitgevonden heb. Ik heb ze leren kennen door een therapeutische praktijk waarin je met getuigen werkt. En ja: dat zijn wij hulpverleners ook steeds: getuigen.
Ik heb een pdf gecreëerd met 8 van deze vragen.
Misschien wel je ze eens uitproberen na een gesprek. Of af en toe.
Misschien helpen ze jou ook om waardevolle effecten ‘op te vangen’ van jouw getuige-zijn.
En helpen ze je om betekenis te geven aan die effecten. En worden die voor jou ook potenter. Ondersteunen ze je ontwikkeling als mens en als professional. En beschermen ze je ook tegen burnout.
Hoe ervaar jij dit?
Ervaar jij fijne effecten van jouw ontmoetingen met mensen in de cliëntpositie? Op jouw leven en werk?
Wat doe jij ermee?
Speel je daar soms iets van terug naar de persoon zelf?
Hoe is dat voor haar of hem? En voor jou?
Johan Van de Putte

 

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit

Deze website gebruikt cookies. Door verder te surfen op deze website accepteer je het gebruik van cookies.  Meer info