[Als je liever luistert naar dit artikel, klik dan HIER]

aarde-denken

Ik ben een boek aan het lezen waarin soms verwezen wordt naar ‘aarde-denken’.

Ik begrijp dat zo:

Aarde-denken denkt het leven van mensen als diep-relationeel vervlochten met (o.a.) de aarde.
Het is een denken van radicale interdependentie.
Vanuit zo’n denken vechten sommige gemeenschappen ervoor dat rivieren, bergen, mangrovebossen, … rechten en rechtspersoonlijkheid krijgen.
(Bv de Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland)

Dit aarde-denken staat tegenover een denken waarin we de wereld (en de aarde) beschouwen als een hoop dingen die we ons kunnen toe-eigenen en waar we mee doen wat ons zint.
In dit denken is de mens het centrum van het universum, en daarnaast is er de rest, en die is per definitie onderworpen aan de mens, (potentieel) diens eigendom.
De natuur is te gebruiken of is obstakel, in naam van (economische) ontwikkeling.

 

Walter

Toen ik hierover las, dacht ik aan Walter.

Walter is een man die ik enkele jaren geleden heb leren kennen. Ik zoek hem geregeld op en dan praten we. Hij is het meeste aan het woord en dat is ook de bedoeling.
Ik luister altijd geboeid naar hem, zelfs al snap ik niet alles.

Hij doet dan verslag van zijn ontdekkingen sinds ons laatste gesprek.
Hij denkt over zijn ervaringen (soms ongewone, soms moeilijke), over zijn leven, over het lichaam, over de verhouding tussen denken en lichaam, over de wereld, het universum, over dimensies en werelden, over leren eerlijk en waar met jezelf zijn …

Ik vind Walter een moedig denker, die taal zoekt voor dat waar nauwelijks taal voor bestaat, voor waar je niet veel gesprekspartners voor vindt.

Toen ik las over ‘aarde-denken’ in dat boek van Arturo Escobar, een professor antropologie, herinnerde ik me dat Walter al vaker dingen gezegd had die familie leken van dat aarde-denken.

Ik zocht net naar wat sporen hiervan uit onze gesprekken, in mijn notitieboek, en ik vond o.a. dit:

  • ‘ik praat met de planeet’
  • ‘toegeven dat je niet een meerwaarde bent (over een contact met een hond)
  • ‘dat een larve, zeester of oester eenzelfde traject als jij doorloopt’
  • ‘een idee van ‘plantenrechten bereiken’

 

Waarom schrijf ik dit?

Ik schrijf dit om eer te bewijzen aan Walter.
Walter is geen professor.
Op de maatschappelijke ladder staat hij niet hoog.
Maar kijk, hij denkt (zich) toch maar vrij van een overheersend soort denken, van een overheersingsdenken ook, dat de weg plaveit voor geweld en destructie.

Ik snap nu ook dat het geen toeval is dat hij een ethische weg zoekt om om te gaan met de insecten in zijn huis.

Ik schrijf dit ook omdat ik me afvraag welke invloed dat hiërarchische, interventie-gretige, zich de dingen toe-eigenende, subject-versus-object denken heeft op de wereld van de zorg en de GGZ.
Hoe zou het zijn mochten we meer vertrouwd geraken met het aarde-denken?
Waar zouden we beter in worden?
Zouden bepaalde nare toestanden en dynamieken minder vaak of minder sterk optreden?
Zouden meer relationele reflexen ontstaan?
Zouden we beter worden in dialoog?

 

Nieuwsbrief

Een mailtje na een nieuw artikel?

Schrijf je uit wanneer je wil. Powered by Kit